GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 430

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 430

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

René Girard is een echt Franse filosoof die geen vakspecialisme respecteert en een onacademische schrijfstijl hanteert. Terugkerend thema in zijn werk én bron van alle kwaad is de 'mimetische begeerte'. De mens als een komisch windvaantje op de puinhopen van het 'westers humanisme'. KOOSNEUVEL

Cynisme met een happy end

I

n de beroemde roman Madame Bovary van Gustave Flaubert leest de gelijknamige hoofdpersoon in haar jeugd zoetsappige boekjes. Op grond hiervan vormt zij - een op en top provinciaalse vrouw - zich een beeld hoe in de grote stad minnaars en geliefden met elkaar omgaan. Hartstochtelijk streeft zij dat geïdealiseerde beeld na, dat in zo'n schril contrast staat met haar eigen situatie. Op den duur wordt die spanning tussen ideaal en werkelijkheid ondraaglijk en brengt zij zich zelf om het leven. Deze hartstocht van Emma Bovary wordt door René Girard aangeduid als een mimetische (nabootsende) begeerte: zij wil datgene hebben wat een ander heeft. Alle grote schrijvers, en Girard rekent Cervantes, Stendhal, Flaubert, Proust en Dostojewski daaronder, onthullen en ontmaskeren op hun manier dit mimetische karakter van de begeerte. Zij onderschei-

'De Ander is niet meer zoals in de marxistische vervreemding een onderdrukker van klassen, het is de buurman, de rivaal op het werk.' den zich daarmee van schrijvers van de tweede garnituur. Die romantiserende manier van denken is zo overheersend dat zelfs de romans die daar diametraal tegenover staan, veelal op die manier gelezen worden. De klassieke reactie op de roman van Cervantes is: wat is die Don Quichot toch een grappige en originele man dat hij in staat is om een scheerbekken voor een betoverde helm aan te zien! Maar het valt te betwijfelen of het echt wel zo grappig is, misschien kun je het eerder lachwekkend noemen. Een aantal belangrijke schrijvers laat van die mythe

30

van autonomie en spontaniteit in ieder als voorbeeld voor onze begeerte fungegeval niets heel. Ze laten zien dat de imiren en de dingen die we willen hebben terende begeerte leidt tot verblinding, volgen elkaar steeds sneller op en zijn inverslaving en uiteindelijk tot de dood. wisselbaar. Girard spreekt daarom over In zijn in 1961 verschenen boek De ro- de mens als een komisch windvaantje op mantische leugen en de romaneske waar- de puinhopen van het 'westers humanisheid, toont Girard de overeenkomsten me'. tussen die zijns inziens 'geniale' roman- We stuiten hier op een paradoxale tenciers; zij komen overeen in de wijze dens. Dat, zoals Girard betoogt, de alouwaarop zij het imiterende karakter van de de standsverschillen worden afgebroken begeerte aantonen. Maar er zijn ook gro- en dat de maatschappij steeds sterker te onderlinge verschillen. Voor Don Qui- naar gelijkvormigheid neigt, valt moeichot is de te imiteren andere altijd dezelf- lijk te bestrijden. Dat gold niet alleen de: hij wil in de voetsporen treden van de voor de vorige eeuw, die tendens zet zich fictieve ridder Amadis. In de boeken van nog steeds en onmiskenbaar voort. Zo Proust en Dostojewski bestaat er niet één kan men dankzij het zich uitbreidende groot voorbeeld meer, het zijn telkens communicatienetwerk ook in Oppervolta weer andere personen die nagevolgd genieten van de boevenstreken van J.R. worden. Ewing in Dallas en kan daar gedanst worden op de muziek van Madonna. Maar, luidt dan de vraag, als anderen daarmee steeds sterker op jezelf gaan lijie ontwikkeling in de roman ken, waarom zou je hen dan nog willen correspondeert met een reële navolgen? historische ontwikkeling. In de

D

traditionele, feodale samenleving leefden de mensen in de eerste plaats in navolging van God, alom aanwezig en tegelijkertijd onbereikbaar. Ook de koning en de landheer konden alleen van een zekere afstand bewonderd worden. In de moderne samenleving zijn die autoriteiten van hun voetstuk getuimeld: met de afbraak van de gevestigde structuren beginnen ook hardnekkige geruchten de ronde te doen dat God definitief overleden is; en vorstenhuis en adel ontwikkelen zich steeds meer als ietwat lachwekkende rudimenten uit een grijs verleden. De behoefte aan navolging blijft echter ongebroken, meent Girard. Het daartoe te kiezen voorbeeld komt steeds dichterbij in de moderne samenleving. Het kan werkelijk iedereen zijn: zowel leraar, televisiepresentator als voetbalvedette. Daarmee verdwijnt de betrekkelijke mate van stabiliteit die de traditionele samenleving nog kenmerkte. De personen die

Het antwoord op die vraag kan worden vervat in een motto van Carry van Bruggen: levensdrift is distinctiedrift. Vooral op het gebied van de taal, stelde Carry van Bruggen, bestaat een tomeloze drang om onderscheidingen te maken tussen verschillende vormen van taalgebruik. Zo vinden veel mensen een dialect plat en vulgair, maar wat ze bedoelen is dat ze de mensen die dat dialect spreken plat en vulgair vinden. Dit ondoeltreffende onderscheidingsvermogen leidt tot allerlei dwaze vormen van taalnationalisme en -purisme.

de eerste plaats de verschillen en cultiveert een afkeer van anderen die niet zijn als jezelf. Maar in die opgeblazen verschillen en tegenstellingeh zit altijd iets dubbelzinnigs: de rivaliteit en haat komt veelal voort uit gevoelens van jaloezie en afgunst; en achter jaloezie verbergt zich een heimelijke bewondering voor de rivaal. In de boeken van Proust en Dostojewski komt die dubbelzinnigheid tot uitdrukking doordat een hoofdpersoon nogal eens van het ene naar het andere kamp overloopt, of zijn vijand plotseling gaat

vereren. Volgens de critici die uitgaan van de spontane begeerte van het subject laat de romanheld hiermee merken over een 'vrije wil' te beschikken. Girard daarentegen kan er niets anders in zien dan slavernij van de begeerte. De romanschrijver deelt niet het optimisme van veel klassieke sociologen en mar-

xistische theoretici die denken dat, door hervorming of revolutie, een meer gelijkwaardige en vreedzame samenleving bewerkstelligd kan worden. Die romanschrijver registreert met klinisch oog dat mensen altijd wel weer voorwendselen vinden om het niet met elkaar eens te zijn. Girard: "Nog altijd bepaalt de An-

De zondebok Ondanks dat hij al sinds 1947 in Amerika woont is René Girard (1923) een onmiskenbaar Fransefilosoofgebleven: het type dat geen vakspecialisme respecteert, zich overal mee bemoeit en een nogal onacademische, literaire schrijfstijl hanteert. Maar hoewel hij zulke uiteenlopende terreinen als de literatuurwetenschap, de antropologie en de theologie betreden heeft, is zijn werk altijd herkenbaar. Enkele thema's komen bij hem telkens weer terug; ze worden op verschillende terreinen verdiept, verbreed en bijgesteld. Het thema van de mimetische begeerte, dat Girard aanvankelijk aan de hand

'^Mj^A:^ rvuj.

van de literatuur uitwerkte, komt ook in zijn andere vertaalde boek De Zhndebok terug, waarin hij mythes analyseert. Girard stelt dat de mythe een duidelijk inzicht geeft in de fundamenten van een samenleving, de wijze waarop een samenleving tot stand is gekomen en georganiseerd is. In de mythe is heel vaak een mimetische begeerte waarneembaar die leidt tot een grote onderlinge rivaliteit. Die strijd leidt tot ontbindingsverschijnselen, de maatschappij raakt in een crisis. De crisis wordt afgewenteld op een zondebok; iemand die de schuld krijgt van alle kwaad. Wanneer de zondebok geofferd is verzoenen de rivaliserende partijen zich met elkaar en keert de rust terug. Op die manier leest Girard de klassieke Oedipus-mythe als een vervolgingsverhaal. Wanneer de stad Thebe wordt getroffen door allerlei plagen krijgt koning Oedipus de schuld. Men beschuldigt hem ervan dat hij zijn vader vermoord heeft en bij zijn moeder kinderen verwekte. Die beschuldigingen houden net zo lang aan totdat Oedipus er zelf in gaat geloven. Hij steekt zich de ogen uit en verlaat de stad. Het offer is gebracht. Ook de dood van Christus lijkt een typisch zondebokverhaal. Maar Girard, die zelf belijdend rooms-katholiek is, meent dat er een fundamenteel verschil bestaat tussen de bijbel en de mythen. Anders dan in de mythen, waar het brengen van een offer als een noodzakelijkheid wordt voorgesteld, gaat er juist van de bijbel een oproep uit om een einde te maken aan de eeuwige jacht op zondebokken. Dat is althans de bijbelinterpretatie van Girard. Hij wijkt hiermee af van meer traditionele lezingen waarin het offer van Christus juist verheerlijkt wordt. De bijbel heeft bij Girard daarmee een enigszins vergelijkbare status als de slothoofdstukken in de door hem geanalyseerde romans. Ze vormen de standplaats van het doorbrekend inzicht. Het slothoofdstuk in de roman is de plek van waaruit de valsheid van de vroegere verlangens kan worden doorzien; de bijbel is de plek van waaruit de gewelddadigheid die achter de mythes schuilgaat, aan de dag kan treden. Vertalingen van het werk van René Girard, eredoctor van de VU, zijn verschenen bij Kok, Kampen, in de Agora-reeks. D

René Girard: slavernij van de begeerte Foto Bram de Hollander

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 430

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's