GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 420

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 420

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

beeld is bekend: de wereld, voorgesteld als een nauwgezet functionerend mechaniekje, waar iedere gebeurtenis een eenduidige oorzaak heeft, en waarvan de werking te achterhalen is, wanneer je maar genoeg logisch geformuleerde hypothesen toetst. Heerlijk overzichtelijk allemaal, en in overeenstemming met het klassieke gevoel voor esthetiek. Helaas is het model ook weer zo star dat je er snel op uitgekeken raakt. Een volledig gedetermineerde wereld is niet erg royaal met verrassingen. Het is daarom niet vreemd dat het toeval zo gretig omhelsd werd, nadat zelfs fysici zeiden dat de wereld van de materie niet zo'n gedetermineerd geheel was als wel verondersteld was. 'God dobbelt niet' beweerde Einstein nog, maar veel van

'Wie bouwt op vaste structuren, is bang voor pech en geluk.' zijn collega's dachten daar iets anders over. Bijkomend voordeel; als er inderdaad zoiets als onbepaaldheid of toeval bestaat, zou er ook weer ruimte kunnen bestaan voor zoiets als vrijheid van menselijk handelen en onverwachte gebeurtenissen. Maar de klemmende vraag die zich vervolgens opdringt is of een wereld die, althans gedeeltelijk, geregeerd wordt door het toeval eigenlijk een zoveel aantrekkelijker beeld oplevert. De vrijheid wordt in ere hersteld maar uiteindelijk is het een tot niets verplichtende vrijheid. Het toeval laat ons onverschillig als het weer; het is lekker wanneer de zon schijnt en vervelend wanneer het regent, maar uiteindelijk ondergaan we het gelaten. Voor het toeval halen we ongeïnteresseerd onze schouders op. Het toeval heeft in wezen ook geen enkele consequentie voor de wetenschappelijke praktijk. Het is een soort restruimte waar de wetenschappelijke verklaringsmodellen nog geen vat op hebben kunnen krijgen. Of zoals de filosoof Jean Baudrillard het uitdrukt: "Het toeval is niets anders dan het vagevuur van 10

de causaliteit. De plaats waar de zielen het moment afwachten dat ze weer een lichaam krijgen, de plaats waar de gevolgen het moment afwachten dat ze een oorzaak krijgen." Waarschijnlijk is er echter bij de serendipiteitsverhalen - zeker bij de leukste - iets anders dan toeval aan de hand.

V

eel voorbeelden kenmerken zich niet door hun onverpUchtende vrijheid maar door een dwingende noodzaak. Alleen is het een noodzakelijkheid met een verrassend, van tevoren niet voorzien, karakter; niet ontstaan op grond van zorgvuldig geformuleerde hypothesen, maar van plotsehnge opwellingen. Waar een toevallige ontdekking ook door de allerdomsten gedaan zou kunnen worden, vereisen de meeste gevallen van serendipiteit juist het uiterste van de intelligentie. Alleen gaat het hierbij om een onconventionele wijze van scherpzinnigheid, die zelden plaatsvindt wanneer er geconcentreerd en doelmatig wordt gewerkt aan de oplossing van een probleem. Het is eerder zo dat, wanneer de geconcentreerde aandacht enigszins verslapt, de kansen voor een vindingrijke verbeelding gaan toenemen. Het klassieke voorbeeld daarvan is het verhaal van Archimedes. Deze grote geleerde werd eens bij de koning geroepen met een bijzondere vraag. De vorst had een kroon van goud cadeau gekregen maar, wantrouwig als hij was, wilde hij nagaan of het echt goud dan wel namaak was. Nu was Archimedes wel bekend met het gewicht van goud per volume-eenheid, maar hij slaagde er niet in om een methode te vinden om dat gewicht te toetsen. Toen Archimedes al zo'n beetje de hoop had opgegeven besloot hij maar in bad te stappen. Op dat ogenbhk, terwijl zijn lichaam in het water zakte, zag hij het water stijgen. Hij realiseerde zich in een flits dat het volume stijgend water gelijk was aan het volume van zijn lichaam. Het toetsen van de echtheid van de gouden kroon was daarmee meteen een kleinigheid geworden. Serendipiteit duidt in deze zin vooral op een vermogen om de dingen in een ander daglicht, in een andere constellatie, te plaatsen dan gebruikelijk is. De intelligente onderzoeker

slaagt erin om verrassende verbanden te leggen tussen ongelijksoortige verschijnselen, om gebruik te maken van analogieën, metaforen en zelfs dromen. Een sterk voorbeeld daarvan is de Nederlandse Nobelprijswinnaar N. Tinbergen die in 1938 onderzoek deed met stekelbaarsjes. Hij had zijn aquarium vlak bij het raam staan, dat uitzicht bood op een drukke verkeersweg. Enkele malen per dag passeerden felrode PTT-auto's. Telkens wanneer dat gebeurde werden de stekelbaarsjes onrustig. Tinbergen legde vervolgens de verbinding tussen de PTT-busjes en de rode buiken van mannelijke stekelbaarsjes. Op die manier leerde hij veel over hun territoriumdrift.

S

terk doelgericht werkende onderzoekers zouden in zo'n geval het aquarium in een andere hoek van de kamer gezet hebben om maar geen last te hebben van zulke overbodige, storende factoren. Terwijl zo iemand uit is op het directe resultaat en het geslaagde experiment, is voor de vindingrijke onderzoeker het mislukte experiment, de afwijking van het gangbare patroon, eigenlijk nog interessanter. Hij fixeert zijn blik niet uitsluitend op zijn object maar hij kijkt ook vanuit de ooghoeken naar wat er zich aan de rand van zijn gezichtsveld afspeelt. Het zou te gemakkelijk zijn om de ongezochte vondsten die aldus gedaan zijn, weg te stoppen in een als irrationeel bestempeld resthoekje, ergens in de marge van de wetenschap. De filosoof Cornelis Verhoeven, geciteerd door Pek van Andel, zou het wel eens bij het rechte einde kunnen hebben: "Het bewijs ligt in een andere regio van de geest dan waar de ontdekkingen gedaan worden. Niet alleen de artistieke vondsten, maar ook de wetenschappelijke bevindingen komen tot stand op een veel minder rationele en actieve manier dan de achteraf geconstrueerde methodologie te vermoeden geeft; zij zijn uiteindelijk geen produkten maar ingevingen. Die regio heeft dus het volste recht op cultivering. Daarmee wordt niet het irrationalisme maar de redelijkheid gediend." In het hedendaagse wetenschappelijke onderzoek lijken de voorwaarden voor het doen van ongezochte vondVU-MAGAZINE—NOVEMBER 1988

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 420

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's