GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 298

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 298

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

A

Jacobus II: roomser dan de paus.

l in mei 1688, dus nog vóór het proces tegen de bisschopen en vóór de geboorte van de troonopvolger, had een verzoek de Prins van Oranje bereikt om aan het hoofd van een sterke legermacht naar Engeland te komen. Hoewel Willem van mening was dat gewapend optreden gewettigd was tegen een vorst die de fundamentele wetten en vrijheden van zijn volk met voeten trad en het protestantisme bedreigde, aarzelde hij toch. Hij had een instinctmatige afkeer van opstand tegen een soeverein, die in dit bijzondere geval bovendien nog zijn oom en schoonvader was. Hij antwoordde dat hij alleen zou optreden als hij daartoe een formele en directe uitnodiging ontving van een voldoend aantal gezaghebbende en belanghebbende wereldlijke en geestelijke lords. Daar hoefde hij niet lang op te wachten. Op 17 juli bracht de admiraal Herbert, als matroos vermomd overgestoken, hem zulk een verzoek over. Het was in cijfercode en ondertekend door zeven leidende personen van de beide Engelse partijen, zowel van de Whigs als van de Tories. Zij meldden dat 19 op de 20 Engelsen de toestand onhoudbaar achtten en verandering wensten, en dat ook m het koninklijke leger grote ontevredenheid heerste. Als de Prins eenmaal geland was zouden zeker vele aanzienlijken zich bij hem voegen, zodat hij zijn krijgsmacht snel kon vergroten. Het was, schreven de lords, gewenst snel te handelen omdat de koning bezig was het leger te infiltreren met katholieken. Ook liet hij 'paapse' Ierse troepen naar Engeland overkomen. En voorts

Het verhaal ging zelfs dat de kleine 'Prins van Wales' in een beddepan de kraamkamer was binnengesmokkeld. was hij bezig met manipulaties die er op waren gericht de meerderheid van het in het najaar bijeen te roepen parlement te doen bestaan uit partijgangers van hemzelf. Ditmaal reageerde Willem positief. Maar hij liet er geen misverstand over bestaan dat het niet zijn bedoeling was de Koning van Engeland te onttronen noch ook de katholieken uit te roeien. Hij achtte zich, zo schreef hij, in geweten verplicht het Engelse volk te gaan steunen in zijn strijd voor de handhaving van zijn wetten, het protestantisme en de gewetensvrijheid. Zijn streven zou er op gericht zijn een wettig gekozen parlement orde op zaken te laten stellen. Hoe daarna de eenheid tussen dat parlement en de Koning tot stand moest komen het hij in het rnidüen. in ieder 20

geval zou de regerende Koning, al was hij dan katholiek, op een of andere manier een integrerend deel moeten uitmaken van een te treffen regeling. Wat hem in hoofdzaak bezielde was, preventief, de gevaren die het protestantisme en zijn vaderland bedreigden, af te wenden. Hij wilde voorkomen dat de godsdienstig-politieke ideeënwereld, waarvan hij sedert 1672 alom in Europa als de kampioen werd beschouwd, in haar verdedigende positie tegenover de agressieve politiek van Lodewijk XIV erop achteruit zou gaan. Eerzucht of begeerte naar de Engelse troon waren hem vreemd. Dat hij tenslotte toch op die troon terecht kwam is een ander verhaal.

V

an nu af aan ging alles snel in zijn werk. Half juli bereikte Willem de uitnodiging der Engelse oppositieleiders. Drie maanden later was alles in gereedheid voor de overtocht. Hoe kon dat zo vlug en welke moeilijkheden moesten daarbij worden overwonnen? Vooreerst moest alles zo veel mogelijk in het geheim worden voorbereid. Niet alleen om Jacobus en Lodewijk XIV niet ontijdig te alarmeren, maar ook vanwege de ongelukkige staatsinrichting van de Verenigde Provinciën. Medewerking van de Staten-Generaal was onontbeerlijk. Maar deze vermochten niets zonder de unanieme toestemming van de Staten van alle gewesten; en op hun beurt waren die weer afhankelijk van de stedelijke regeringen. Hoeveel mensen waren daar niet mee gemoeid! Bovendien zat in sommige van die steden de regentenpartij, die al sedert decennia met lede VU-MAGAZINE—JULI/AUGUSTUS 1988

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 298

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's