GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1990 - pagina 184

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1990 - pagina 184

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Directeur E.C.J. Frank: 'Ik ben er zeker van dat het lage percentage arbeidsongeschikte artsen samenhangt met de arbeidssatisfactie.' Foto Michel Claus/ AVC-VU

drempel ogenschijnlijk erg laag is. Uit de beschikbare cijfers blijkt evenwel het tegendeel. Op 31 december 1989 was slechts 6,5 procent van de verzekerde artsen arbeidsongeschikt ten gevolge van een ziekte of een ongeluk, inclusief degenen, die langdurig (langer dan twee jaar) arbeidsongeschikt waren. Slechts één op de twintig verzekerden maakte in 1989 melding van een aandoening die tot gedeeltelijke of gehele arbeidsongeschiktheid leidde; volgens het verzekeringsreglement dient dit namelijk altijd - dus ook los van een eventuele uitkering - te gebeuren binnen acht dagen na het begin van een ziekte of na een ongeval. Zijn medici inderdaad minder ziek of melden ze zich minder vaak ziek? Frank: "Wanneer ik een vergelijking trek met de cijfers van de GMD (Gemeenschappelijke Medische Dienst), dan zien we dat het ziekteverzuim onder artsen beduidend lager is. Bovendien blijkt het ziekteverzuim in Nederland de laatste jaren te stijgen, terwijl bij ons in 1988 een daling werd geconstateerd. Ook het afgelopen jaar was er geen sprake van een stijging. WeUicht kan het voorkomen dat een arts er moeite mee heeft om zich arbeidsongeschikt te melden en af en toe zeggen wij wel eens tegen een verzekerde: waar- tel je mee. Vanuit de medische opleiom bent u niet eerder bij ons geko- ding wordt dat erin gebracht. Permen? Maar in het algemeen denk ik soonlijk denk ik dat je als arts ook dat artsen een fijn beroep hebben en goed werk kunt leveren als je wat dat ze meestal met plezier werken. minder uren maakt. En het zou norZolang dat het geval is, wordt een maal zijn wanneer artsen na een ziekte of kwaal naar de achtergrond weekenddienst een vrije dag krijgen, geschoven. Ik ben er zeker van dat maar om de een of andere reden het lage percentage arbeidson- schijnt dat niet gereahseerd te kungeschikte artsen samenhangt met de nen worden." arbeidssatisfactie." erder dit jaar werd door de Uit het onderzoek van Lens bleek Bedrijfsvereniging voor Gedat zestig procent van de geënquêzondheid, Geestelijke en teerde huisartsen werkweken van Maatschappelijke Belangen bekendmeer dan vijftig uur maakte. Frank: gemaakt dat het ziekteverzuim en de "Artsen willen dat zelf. Dat heeft arbeidsongeschiktheid het afgelopen niet zozeer met hun werk als wel met hun karakter te maken. Een jaar sterk zijn gestegen. Het aantal arts kiest niet alleen voor dit vak ziekmeldingen van werknemers in omdat hij het een fijn beroep vindt, de gezondheidszorg nam met 7 promaar ook omdat hij het heerlijk cent toe en het aantal arbeidsonvindt om hard en veel te werken. geschiktheidsuitkeringen met 7,7 Wanneer je als co-assistent in het procent. Ofschoon deze toename ziekenhuis komt, dan is het toch nog niet is terug te vinden in de fantastisch wanneer de werkdag om cijfers van de Artsen-Onderlinge, half acht begint? Dat is het credo. bemerkt de directeur wel een beEn om zes uur 's avonds is er nog langrijke ontwikkeling: "Steeds meer van alles te doen. Pas wanneer je op artsen beëindigen vervroegd hun die manier meedraait in het circuit. praktijk. Terwijl het vroeger normaal was om tot het vijfenzestigste

E

jaar door te werken, willen nu veel artsen voor hun zestigste jaar met de praktijk stoppen." Een andere ontwikkeling is de relatieve stijging van het aantal arbeidsongeschikten wegens psychiatrische aandoeningen onder de bij de Artsen-Onderlinge verzekerden. Sinds 1986 is psychiatrie koploper. Langdurige arbeidsongeschiktheid bij artsen heeft in eenderde van de gevallen een psychiatrische oorzaak. Hart- en vaatziekten, die jarenlang de hoofdoorzaak van langdurige arbeidsongeschiktheid vormden, komen nu op een tweede plaats (circa 31 procent). Het is moeilijk om hiervoor een goede verklaring te vinden. Juist op het gebied van de psychiatrie raakte de Artsen-Onderlinge ooit in opspraak. In 1981 wilde het bestuur een wijziging van het verzekeringsreglement voorstellen. Hierbij werd gekozen voor het "medischsomatische ziektemodel, door ziekte te omschrijven als (hoogst waarschijnlijk) gevolg van aantoonbare stoornissen in het biologische substraat", die in de toelichting nader werden verklaard als "aan weefsels VU-MAGAZINE—MEI 1990

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1990 - pagina 184

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

VU-Magazine | 484 Pagina's