GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1995 - pagina 586

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1995 - pagina 586

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

AcADEMiA

POËTICA

Prettig: "eenfijnwoorden helemaal geschreven zoals het geschreven hoort, met die p aan het begin en die twee t's In het midden"

Ruzie met de woorden

A

ra, de dyslectische hartsvriendin van hoofdpersoon Kit, geeft in Connie Palmens bekroonde roman 'De vriendschap' blijk van een heel oorspronkelijke kijk op woorden. Als gevolg van haar handicap is zij zich heel erg bewust van plezierige, of juist heel onplezierige klank- en letterbeelden die gewone woorden kunnen bezitten. Sommige woorden zitten wel goed in haar hoofd opgeslagen, maar komen er, als zij ze nodig heeft, telkens weer verwrongen uit. "Ik heb ruzie met dat woord", zegt ze dan. Of: "Ik ben het niet eens met dat woord". En, in een ander geval: "Ik vind dit woord niet goed passen bij dat ding." In dergelijke situaties verzint ze gewoon zelf een alternatief voor dat ruziezoekende, ongerijmde of anderszins irritante woord. Deze irritatie begint al met haar eigen naam, die voluit 'Barbara' luidt, maar door haarzelf rigoureus tot de laatste drie letters is gereduceerd. "Die b's bevallen me niet", heeft ze als kind besloten, "die houden de zaalc op". Maar ook woorden met een 'ei' erin zijn taboe, tenzij er ook werkelijk een ei mee wordt aangeduid. En een woord als 'glas' voor een glas is toch echt geen gezicht, vindt zij. Een woord als 'prettig' vindt zij daarentegen weer wèl heel prettig: "een fijn woord en helemaal geschreven zoals het geschreven hoort, met die p aan het begin en die twee t's in het midden, dat zag er ook prettig uit op papier."

eigenlijk woordblinde dichters bekend? Of zou het lezen en schrijven van poëzie mogelijk een therapeutisch hulpmiddel kunnen zijn bij dyslexie? Aardige vragen voor een multi-disciplinair wetenschappelijk onderzoek, dunkt me. Uit de inzendingen van lezers, mij toegezonden naar aanleiding van de P-formule die ik in het septembernummer van dit blad lanceerde, selecteer ik nog die van Pim Heuvel uit Utrecht. Hoewel hij zich afvraagt of mijn opgave om de kwaliteit van een gedicht in een getal uit te drukken, niet als grap is bedoeld, geeft hij mij een schouderklopje: "Uw methode", schrijft hij, "heeft wel als resultaat dat je nog nauwkeuriger te werk gaat bij het bestuderen van een gedicht." Pim Heuvel stuurt me twee gedichten met een becommentarieerde score. Dat mijn formule (het aantal emoties plus het aantal taaivondsten, gedeeld door het aantal woorden) toch wel wat erg streng is, mag blijken uit het feit dat het intrigerende gedicht 'Herder' van Anna Enquist (uit de bundel 'Jachtscènes') niet verder komt dan 0,25 punten, op een schaal die loopt van O tot maximaal 1. Nog droeviger is het cijfermatig gesteld met het korte gedicht van Remco Campeit, dat Pim Heuvel instuurt als tweede favoriet, maar dat desondanks op 0,21 punten (twee emoties en één taaivondst gedeeld door 14 woorden) blijft steken.

Wellicht heeft woordblindheid, afgezien van het bepaald niet te verwaarlozen maatschappelijke en psychologische leed dat de stoornis veroorzaalct, ook wel voordelen. Zoals bijvoorbeeld een zeer intens taalgevoel. Het is het type taalgevoel dat onontbeerlijk is in de poëzie; niet alleen voor de dichter, maar ook voor de welwillende consument van diens produkten. Poëzie ontstaat als gewone woorden niet zonder meer voor lief worden genomen, maar beklopt, besnuffeld en betast, en losgemaalct uit hun cocon van clichématige alledaagsheid. Een dichter tikt zolang tegen de taal totdat de woorden omroUen en zich van andere, onvermoede zijden laten zien. Als Ara's opmerkelijke taalgevoel representatief is voor de gemiddelde dyslecticus, dan is zij, althans in dat opzicht, dus in het voordeel. Want als het op een positieve poëtische predispositie aankomt, lijkt de woordblinde Ara beslist beter af dan de dove doorsnee-taalgebruiker. Zijn er WETENSCHAP,

CULTUUR

et)

een chinees tussen twee étages gevangen in een lift ik ken geen grotere stilte Je hoeft warempel rekenwonder noch woordblind te zijn om dit kleinood te waarderen.

D.PRINSEN SAMENLEVING - DECEMBER 52

1995

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's

VU Magazine 1995 - pagina 586

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's