VU Magazine 1996 - pagina 143
Stilleven en straat, houtsnede (1937): geen metafoor, maar een compositorische truc waarbij, door het weglaten van een venster of kozijn, de binnen^ en de buitenwereld samenvallen en het bureaublad zich zonder overgang lijkt voort te zetten in de straat.
geworden. Niettemin zijn de werken waarop echt onbestaanbare ruimtelijke constructies het onderwerp vormen, in Eschers oeuvre in de minderheid. Escher was eerst en vooral de schepper van de 'regelmatige vlakverdeling': prenten die puur tweedimensionaal gedacht waren, waarbij de contouren van een aantal volstrekt gelijkvormige figuren (meestal dieren) samen ook weer een figuur vormen, en die zelfs door de grootste leek op het gebied van de beeldende kunst nog onmiddellijk als 'een Escher' zullen worden herkend. Menigeen zal zich moeiteloos de houtsnede 'Dag en nacht' voor de geest kunnen halen: een Hollands rivierenWETENSCHAP,
CULTUUR
landschap in vogelvlucht, waarop het links dag en rechts nacht is, en waarop van beneden naar boven uit de ruitvormige alckers, zich langzaam zwarte en witte eenden lijken los te malcen die, elkaar in tegengestelde richtingen voorbij vliegend, uit eikaars contouren geboren lijken. Het is een bekende - zo niet de bekendste - Escherprent, waarop het principe van de tweedimensionale, regelmatige vlakvulling op onnavolgbare wijze gecombineerd is met een figuratief hoofdthema, dat mede dankzij een sterke perspectiefwerking toch een ruimtelijke uitstraling heeft. Een vergelijkbare poging om de tweedimensionale, regelmatige vlakvuUing zodanig te combineren met een e) SAMENLEVING
17
- APRIL
1996
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996
VU-Magazine | 568 Pagina's