GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1998 - pagina 43

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1998 - pagina 43

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

dieptepunt van dat zogeheten sociaal-realisme. Zo'n eeuwigdurende mars. Nou houd ik wel van een mars op zijn tijd, maar dan wel een van bijvoorbeeld Alban Berg, met zo'n scheve, expressionistische lading." Verklaarbaar vindt hij de populariteit van Sjostakovitsj overigens wel: "Dirigenten vinden het prachtig; die zien zichzelf groeien doordat ze eens stevig kunnen uitpakken." Totaal-serialisme Kettings muzikale voorkeur is meer transatlantisch gericht: Charles Ives, maar ook Copland en Barber. Dat zal, zegt hij te maken hebben met de jazz-invloeden die in dat werk doorklinken; de muzieksoort die een stevig stempel zou drukken

fc ffffffTffTCTC fffTffiTff

timbre, ritme en de geluidsterkte, met behulp rekenkundige reeksen componeerde - lijkt compleet te hebben afgedaan. Ketting, die met 'Due canzoni per orchestra' (1957) ooit zelf op die manier een compositie schreef: "Die papieren avantgarde uit de jaren vijftig was op een zeker moment gewoon op. Het leverde bovendien stukken op die werkelijk niet om aan te horen waren; de goede, zoals die van Boulez, niet te na gesproken. De meeste van die serialisten waren nog niet in staat om twee behoorlijke akkoorden na elkaar neer te zetten." Het ging, zo lijkt het, meer om de papieren partituur dan om het klinkend resultaat. En de simpele luisteraar mag zich terecht afvragen waartoe deze muziek feitelijk diende. "Materiaalonderzoek", luidt het onderkoelde antwoord van Otto Ketting. "Het ging helemaal niet om de uiteindelijke verklanking van zo'n stuk voor een zaal met mensen, maar om de rekenkundige oplossing van een zelf geformuleerde, intellectuele puzzel."

^Mm^ &M^WT iM#iff I

iWffiTSTffTffTffff

op Kettings generatie. Liefde voor de jazz kwam voor een deel voort uit een verzet tegen de muziek die in die tijd de boventoon voerde, herinnert hij zich: "Stukjes van Grieg waren mooi, werd je tijdens de muziekles voorgehouden. En dus nam je van de weeromstuit de volgende keer een plaat van Duke Ellington mee naar school. En dan de leraar maar roepen dat je dat maar liever niet meer moest doen. Ik ging trompet spelen in de schoolband; zo verwierf je in die tijd je vrijheid." Een muziekvoorkeur bepalen op grond van een protesthouding tegen wat gangbaar is, lijkt vandaag de dag nauwelijks nog mogelijk. Alles is - ook in de muziek ~ immers toegestaan in dit post-moderne tijdsgewricht: van gregoriaans en barok tot neo-romantisch, en van atonaal en minimal music tot de nieuwe tonaliteit. En de grenzen tussen de genres zijn danig aan het vervagen. Alleen het totaal-serialisme - de muziekstroming waarbij de componist niet alleen de toonhoogte, maar ook de duur, het

Anton Webern was het grote voorbeeld voor degenen die deze trend volgden. "Bij hem was het inderdaad helder; je kon de logica van zijn muziek als het ware in elke noot horen. De gedachte die er achter zat was, dat het hele verloop van zo'n strak georganiseerd stuk tot in het kleinste detail van tevoren eigenlijk al vaststond. Dat was de les die eruit te trekken viel. En de grote lol daarbij was om de schema's die je gebruikte zo ingewikkeld mogelijk te maken. Dan was je eigenlijk al klaar; de rest was een invuloefening."

Over artistieke vrijheid gesproken: dit lijkt toch wel de ultieme onvrijheid die een componist zichzelf kan opleggen. Ketting nuanceert: "De componist was uiteraard vrij m het schema dat hij koos; alleen de rest lag vast. Maar bij de muziek van Stockhausen is wel eens aangetoond dat zijn reeksen niet kloppen; misschien kon hij niet zo goed rekenen. Maar ik geef toe dat deze ontwikkeling de toehoorders heeft vervreemd van de hedendaagse muziek." De opkomst van de seriële muziek, benadrukt Ketting, is te verklaren als een voornamelijk Duitse reactie op de jaren dertig, waarin van Hitler en consorten niets meer mocht en veel muziek werd bestempeld als entartet. "Eén valse noot en een stuk werd verboden, hoewel dat ook weer sterk afhing van de vraag of de componist partijlid was of niet; er zijn twaalftoons-componisten geweest die op grond van hun partijlidmaatschap rustig door mochten componeren." Die atonale golf van na de oorlog was dus eigenlijk een inhaalrace: "Precies dat doen wat eerder verboden was en daar dan ook heel consequent in zijn." Soortgelijke ontwikkelingen, gebaseerd op materiaalonderzoek, hebben overigens ook in de

WCS rANUARl/FEBRUARI I998

43

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

VU-Magazine | 492 Pagina's

VU Magazine 1998 - pagina 43

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

VU-Magazine | 492 Pagina's