De strijd over het Vrije Beheer te Sneek, verzameling van officiële bescheiden - pagina 64

52 uitoefening van dit gezag

de

het

haar

toekwam.

niet

Van daar

De aanhef van

Kon. Beskiit van 9 Febr. 1866.

dit Besluit

Willem enz op voordracht van onaan het Herv. Kerkgenootschap dezelfde «rechten willende verzekeren die ook andere gezindheden bevolgt:

luidt als ))zen

Minister

))"Wij

....

,

,

zitten; Besluiten enz. Bij

.

."

.

werden op

dit Besluit

1

April i86(), alle Reglementen, op

die zaak betrekking hebbende, van rechtswege vervallen verklaard.

Opdat er echter geene verwarring ontstaan

zou, tengevolge

het plotsehng opheffen van eiken rechtsgrond waarop

alle

voogdijen en Provinciale Collegiën berusten en waaraan

bestaan

meen

werd

ontleend hadden,

College in

't

bij

datzelfde Besluit

leven geroepen, dat het toezicht

van

Kerk-

zij

haar

een Alge-

zou uitoefe-

de bestaande reglementen tot den 1 April 1869; dus voor een tijdvak van 3 jaren. Dit College had dus, en dit

nen, in

dient

gevolge

men wel

in

het oog te houden,

geene

wetgevende macht.

Van dezen tusschentijd konden dan de Herv. Gemeenten gebruik maken om hare eigene belangen te regelen een reglement ontwerpen en alle zoodanige bepalingen te maken als vereischt ,

werden, om op 1 April 1869, het hare eigendomen te aanvaarden.

vrij eti

zelfstandig beheer over

In plaats echter dat het Algemeen College de Gemeenten voorlichtte,

en ze waarschuwde

reed te

zijn.

dien aard,

gelijk

om

tegen

dien tijd

daarmede ge-

het had behooren te doen, deed het niets van

maar handelde

veeleer

als of

del April 1869 nimmer

zoude aanbreken en het immer met het oppertoezicht zou

blij-

ven belast. Niet onwaarschijnlijk redeneerde het aldus

.-

Het besluit door dit Minigemakkelijk weer ingetrokken worden,

))Ministeriëele zetels zijn wankel. ))sterie

genomen,

kan

))wanneer er slechts kabinetsverandering plaats heeft."

Het

toeval

wilde echter daartoe niet gunstig

kreeg de heer van Büsse

,

zijn,

—

want

juist

onder wiens Ministerie het besluit van

9 Febr. 1866 genomen en toen door den toenmaligen Minister Justitie Pické gecontrasigneerd was, weer zitting in het kabinet van 1868 niet alleen, maar werd zelfs ad interim belast met de

van

portefeuille

van Herv. Eeredienst.

ïnterpelleerd

,

of aan

worden gegeven, dan of althans tot

Dadelijk

meergenoemd Kon. of

bij

zijn

optreden ge-

Besluit uitvoering zou

de Regeering genegen was tot wijziging

verlenging van den termijn,

werd door den Mi_

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen