De strijd over het Vrije Beheer te Sneek, verzameling van officiële bescheiden - pagina 34

22 eenige peisoneii ziet, dan dat de Gemeenten vrij en onbelemkiezen. En, daar het haar aan gegronde motieven ontbreekt en er toch iets wezen moet om die regeling aan te bevelen, laat zij steeds het schrikbeeld »heerloosheid" opdagen en doet zij het voorkomen, dat, als de voorgestelde regeling met aangenomen wordt, dit grijnzend gedrocht met al zijne ellende over de Gemeenten komen zal.

merd

Intusschen

is het een beeld der fantasie, waaraan werkelijkontbreekt; niet ongelijk aan den ))boeman," waarmede onhandige opvoeders kinderen trachten te verschrikken. Immers het toezicht uitgeoefend door personen in de Gemeente woonachtig en door haar verkozen is uit den aard der zaak, beter en zekerder, dan het toezicht eener commissie in den Haag; terwijl beide, bij ontdekking van fraude in het beheer, zich op den burgeriijken rechter beroepen moeten, om herstelling van grieven te bekome^i, omdat bij beide rechtsprekende

heid

,

,

,

macht ontbreekt. Bij

dergelijken toestand

is

volledige vooriichting der

Gemeente

onmisbaar.

Immers,

het belang der

Gemeente mag

niet

aan partijbelang

tvor-

den ten offer gebracht.

Daarom wensch

ik met korte woorden de bezwaren van X wederieggen en aan te toonen, op welke wyze de autonomie der Gemeente kan bewaard worden. te

1".

Het beweren van voor de taak,

ge,

die

X het

is

onwaar, dat het Algemeen Collethans op zich heeft genomen, het

Koninklijk mandaat heeft. Evenmin wordt het daarin o-esteund door het Ministerieel schrijven van 22 Juni 1868= Het heeft geen andere volmacht ontvangen, dan het beheer der kerke^-oederen

namens den Staat

,

provisioneel drie jaren lang te besturen

bijgevolg onbevoegd een

is

Reglement

te

en

maken, dat verbinden-

de kracht heeft, op het beheer der goederen na 1 April 1869. Evenmin bevatte het Ministeiiëel schrijven eene opdracht, zelfs geen verzoek om zich met het verder beheer te belasten, maar is slechts eene eenvoudige kennisgeving dat de staat niet L-.

,

,

genegen was, om langer dan den gestelden termijn (1 April 1869) als Oppervoogd te continueeren. Bij gevolg was de taak zijno' Commissie op dat tijdstip afgedaan. 2".

te

;

])e

kerkeraad

is

de wettige vertegenwoordiger der Gemeen-

wat hare godsdienstige belangen

betreft,

ingevolge het Svu.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen