"Strikt genomen" - pagina 174
het recht tot universiteitsstichting, staatsrechtelijk en historisch getoetst
DE VROOMHEID DER TAAL.
17(3
interessant te spreken."
„Verzuimt de gave
Maar
niet die in
ieder,
u
is"
en ook Gij immers, zult zeggen Tim. 4 14), overmits we hier :
(I
:
overtreden op heiliger terrein. Niet anders is het met ark en arke. Van een huismelker sprekend een heerenhuis op een verloopen stand in een dozijn arbeiderswodie „Hij vertimmerde dat mooie ningen omtimmerde, zal ieder zeggen :
Daar van een arke te spreken, ware onzin. Maar een ark." een zegsman, spreekt in zijn Bijbel Bects, onder de taalmannen ook „Gij zult u een arke maken." van Doré, Gen. 6, wel terdege van
huis
in
U
:
U
van soortgelijke woorden kunnen voorleggen, en U kunnen wijzen op „klage en klacht", op „tent en tente", op „hut en hutte", „hulp en hulpe", „ziel en ziele", „eer en eere", stem maar waartoe U vermoeid met en stemme," „vlam en vlamme"; Zie maar liever zelf eens na, met wat zuiver veelheid van bewijzen? „Hij verbergt mij in het taalgevoel Beets b. v. in Ps. 27 schreef: „Zijn haar verborgene van zijn tente (niet tent)" en in Openb. 1 was gelijk witte wol/e en zijn oogen gelijk een vlamme vuurs." Overduidelijk toch blijkt uit elk dezer voorbeelden, dat de Neder-
Zoo zou
ik
heel een
lijst
—
:
landsche beide
zoodra
taal,
woordvormen
met
zoo dikwijls ze voor éénzelfde begrip deze harer beschikking vindt, den breederen vorm deftiger, plechtiger, eerbiediger gebruik afzondert en
te
de slot-e voor en den korteren bezigt in meer alledaagschen zin. Ja, dit is zóó waar, dat ik mij heusch wel wachten zou, om ooit ofte immer op een adres aan Uwe hooggeachte echtgenoote (stel er bestond aanleiding om mij de eer van haar correspondentie te gunnen) te
of
willen
„Aan vrouw Bronsveld." Terwijl ik durven zetten: U zoo geminachte slot-e in te lasschen en te schrijven Bronsveld", in mijn titulatuur volkomen correct zou
te
toch met er die door
„Aan
Vrouwe
zijn.
Want immers als er sprake is van het verschil tusschen „vrouw" „vrouwe" weet een kind zoo goed als de beste taalgeleerde, dat „vrouw Brederoo" een werkster of waschvrouw of schoomaakster zijn moet, terwijl „Vrouwe Brederode" een jonkvrouwe U voor den geest roept van overouden adel. En als dat dan nu zoo is en in het wetboek onzer taal alzoo onherroepelijk vaststaat, wat oorzaak, wat reden zou er dan zijn, Amice collega, om waar het onze eigene levensgezellinne geldt op die slot-e zeer naijverig te zijn (en ik beloof U, ik zou het met U wezen); maar als er van het „eeuwige, heilige, hoogste Wezen" sprake is, en
—
overal die slot-e te schrappen?
Immers „zoo met Vrouw, zoo met Heer," en nu we ook voor dit eenmaal den dubbelen vorm van „Heer" en „Heere" bezal aan de taal geen geweld worden aangedaan en zitten, mag men
laatste begrip
;
de wet der wetenschap niet onder verkrachting lijden; ook hier in geen anderen zin oordeelen, dan dat men beide vormen saam in dienst houde, maar onderscheide in beteekenis. En wel met zulk een onderscheid dat
„heer"
„certam,
in
den
gelijkvloerschen en
om met Cobet
te
„Heere"
in
den hoogeren
stijl
spreken, suam sedem occupet".
komt dus in den haak, de eisch van het taaiinstinct voelt bevredigd en de wet onzer taal wordt geëerbiedigd, indien we, van de lippen des volks het taalgebruik beluisterend, den plechtiger vorm Alles
zich
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1880
Abraham Kuyper Collection | 214 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1880
Abraham Kuyper Collection | 214 Pagina's