"Strikt genomen" - pagina 167
het recht tot universiteitsstichting, staatsrechtelijk en historisch getoetst
DE VROOMHEID DEK TAAL.
was wel terdege
Naam
het levensproces van dien geheiligden en te heiligen
bij l
in het spel
Maar
Uw
).
wat
zelfs
van Dordt en de Translateurs, van
na aftrek
er,
geschiedkundig verhaal over zou blijven, kan nog lang niet hadt opgevat
Gij het
,
Ge
wat
Alleen
keurigen Lambertus
Kate
ten
is
schoon aangebracht,
den
werd,
hoogleeraar
De
Vries, en door mij
dat voor de benoeming van het
w.
t.
dat in zijn dagen juist
blijft.
dat geldt nu niet pas voor de dagen van ten Kate,
heel de geschiedenis door
woord Heer
maar
schier
ons volk zich van het verschil tusschen het
is
den zin van „bezitter, eigenaar, meester,"
in
maar
de langere vorm Heere, als „ouder en deftiger gedaante
hebbende, behouden
En
voet.
der 18de eeuw, uit den over-
Ten Kate meldt,
door
voetspoor, beweerd
Wezen
wegmaaien voor den
als
dat
citeert,
zelf.
datgeen doorging wat nu
hoogste
U
Vries
mij.
Ge getuigt het toch zijn
De
den
uit
dan ook geheel voor
pleit
zooals
staan blijven.
Veel ook van dat gras moet ik
op
](\\)
—
en Heere als
„benaming der Godheid," bewust gebleven. Sterk
spreekt
omes Heereri\
„Wanneer
lezen:
moet
heeft,
die door
die
waar we op
iemand
hem
onder
dienen als
Christi bloed gecocht
1717.
bewaard
„
Ghebeth
76 deze opmerkelijke zinsneê
blz.
eenen uit de heidenen gecocht
Israël
Heer, hoeveel te meer moeten dan wij,
zijn,
Hem
niet als onzen
Heere
dienen!"
evengoed na Ten Kates opmerking van 1723
en dat hetzelfde onderscheid in het taaibesef
het reeds boven aangehaalde
zich dit uit in
uit 1633,
maar
zie dat
bleef,
uit
volgend
dit hier
lijstje
van der Kemp, de Christen geheel en ab hel eigendom van
J.
Christus. 1:
p.
„De Heere Godt heeft
zich
p.
279: „Zoo
is
Hij dus oock
|
een eeuwig volck vercoren." 1734. D. Leroy. Theol.
190:
p.
„Zoo
f
lust.
menigmaal
Heere God met deze benaming
didactica.
de
Dat
ik
bij
hierop
is,
die
recht
en macht heeft
over iemands persoon." Bijbeluitgave zelfs tot een
drong, had exegetische oorzaak in Middelaar,
184: „om dat een Heer sulck
p.
een
uitge-
drukt wordt."
')
onze Heer."
anderen
den
letterlijk
meer dan één
Urieëenige
verstaan.
volgen op dit punt van de Statenspelling
plaats,
Reeds
in
waar sommigen onder »IIeere" den de Heraut heb
ik,
voor maanden,
gewezen.
11
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1880
Abraham Kuyper Collection | 214 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1880
Abraham Kuyper Collection | 214 Pagina's