Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 59
HOE DE KERKEN GEDEELD EN TOCH EEN
ZIJN.
nooit anders dan gedeeld en gebrekkig. Gedeeld door
dien de uitverkorenen van deze
33
den
tijd, naar-
eeuw geen gemeenschap der
oefenen kunnen zoomin met de uitverkorenen
heiligen
Augustinus' dagen als met de uitverkorenen van over drie of meer eeuwen. Maar ook gedeeld naar plaats, omdat de geloovigen, naar de beperktheid van uit
hun natuur, duurzaam slechts met dezulken gemeenschap der heiligen kunnen oefenen, die met hen in een zelfde plaats wonen. Deze indeeling naar tijd regelt God de Heere rechtstreeks zelf door de tijdsbepaling van ieders geboorte en sterven, „bescheiden hebbende de tijden te voren verordend" (Hand. 17 26), maar deze indeeling naar plaats niet dan middellijk door de geloovigen. Niet zoo echter alsof de geloovigen daarbij naar willekeur konden splitsen of saamvoegen, maar met dien verstande, dat ze daarbij gebonden zijn én aan „de bepalingen van hun woninge gelijk God die bescheiden heeft" :
,
(Hand.
17
:
Christi nooit
God zijn
26) én aan den drang tot eenheid die van het lichaam is
weg
denken.
te
heeft de bepalingen van ieders
voorzienig
Bestuur
,
woning gemaakt, en het
is
door
dat de grenzen der landen bepaald en de
afscheidingen van steden en dorpen ontstaan
zijn.
Het
is
alzoo één en
dezelfde God, die eenerzijds het leven van landen en volken, van steden
en dorpen leidt, en die anderzijds zijn kerk formeert en in stand houdt. Beide levenskringen staan uit dien hoofde, zonder saam te vallen, met elkander in betrekking en het is aan den Middelaar dat gegeven is èn het koningschap over de kerk èn alle macht over landen en na;
tiën,
steden en vlekken.
Met
het onderscheid van volk en volk, van land en land, van ge-
en
van dorp en dorp heeft de geloovige bij kerkis het ééne lichaam van Christus, dat in onderscheiden landen onderscheidenlijk, in verschillende gewesten en streken op verschillende wijze, en ook in naast elkander liggende dorpen en steden zich toch weer op zelfstandigen voet, openbaart. Zoo min de eigenaardigheid van elke plaatselijke kerk, als de band die haar met kerken uit dezelfde streek, en deze weer met de kerken van hetzelfde gewest, en deze weer met de kerken van hetzelfde land te saam bindt, mag door de geloovigen bij
west
formatie
gewest,
dus
wel
ja
terdege te rekenen. Het
hun formatie der kerk
uit
het oog verloren.
De
ordinantie van
Gods
voorzienig bestek en bestel deelt de kerk in plaatselijke en geweste-
en nationale kerken, maar ook de eenheid van het lichaam Christi houdt deze onderscheidene deelen in organisch verband saam. Zóó saam zelfs, dat de kerk van het eene land zich er steeds bewust van hebbe te blijven, dat ze alleen met de kerken in andere landen d e lijke
3
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's