GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Plancius-rede - pagina 19

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Plancius-rede - pagina 19

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

15 heugenis

de

opgevangen,

van

een

klein

volk dat door een

maclitig volk verdrukt wierd, en toen, in de ure des gevaars, als

wonder, door een mysterie van Gods mogendheden,

een

door

wierd

Zoo lazen we het van Israël toen het uittoog

verlost.

van Egyptes kusten, en de Farao van Egypte het nazette, en

God Almachtig

de Schelfzee Farao deed ondergaan en aan

bij

En

overwinning schonk.

Israël de

zoo ook hadden

we van

ons

eigen volk gelezen, hoe het eens door het machtig Spanje aangevallen en schier overweldigd, toch door ongekende

mogendheid tot

een machtig, onweerstaanbaar, doeltreffend verzet bekwaamd wierd,

en

Briele en

bij

Welnu,

We

waar

niet ?

den ingedrongen Spanjaard overwon.

in dat alles bleef altoos het mysterie ons een

raadsel.

zagen het wel en geloofden het wel, maar het was ons

toch

Maar

verklaard.

niet

Mannen van

we nu van u hoorden,

toen

zie,

Transvaal, hoe ook

gij

als klein groepje

in zoo

land door het machtig Albion ouder de knie waart

groot een

neergeworpen, en toch opstondt, en op den Spitskop een gansch

onneembare vingen iets

te

bijna

positie,

zonder dooden, innaamt, toen ont-

en hebt

verklaring,

die

doen

machtige

ons in

uw

verlossing

aanschouwen. Ja, zoo sterk sprak in die dagen

uw

indruk, dat in

redding Gods vinger viel op

merken, dat we met mannen, die anders van God niet meer

weten wilden, weer over God er

gij

van Israëls vrijmaking en van de vrijvechting onzer eigen

vaderen de

we

soms

weer gedachten

lippen, die dusver alle geloof

En waarom we

dit

Almachtig spreken konden, en

des

geloofs

hadden

in een ure

als

vernomen werden van

bespot.

deze nu zoo luide voor

u uitspreken? Of we dan bedoelen, u daarmede een verdrevene eere te bieden?

Neen, dat in het allerminste

niet.

Met u zeggen

mensch verafgoden! Alleen voor God Almachtig Ja, wel verre

van

in deze

Ave:

Geen

alle eer!

dagen van opwinding u door onge-

oorloofde hulde de ziel te willen verslappen, heeft

meer dan een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884

Abraham Kuyper Collection | 32 Pagina's

Plancius-rede - pagina 19

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884

Abraham Kuyper Collection | 32 Pagina's