Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 107
!
!
UIT
WAT OORZAAK DE DEFORMATIE MOET VERKLAAR H.
93
Mammon
wierd het in zoo menig hart een straks Het vleesch zou men onder den Geest brengen, en zie weer werd in het vleesch gewandeld. Ja, Satans werk zou verbroken liggen, en weer trad de ziel met Satan in een gevloekt onheilig verbond. Zoo week de geestelijke macht. Het geloof kwijnde. De liefde verdorde. De hope verwelkte. Kn het gebed, dat een kracht moest zijn, verloor gloed en bezieling en toon. Arme kerke Gods Want, wat het schriklijkst is, overkomen die zonden u buiten de kerk, dan komen ze nog alleen, maar als ze onder het volk des Heeren opkomen, dan sleepen ze onveranderlijk nog een andere en
nen,
zie
onbetwiste
schriklijke
voor
triomf.
zonde
men
na zich,
t.
w. de zonde van het Farizeïsme. In de
met open deuren zondigen, noch zeggen: Ik ben goddeloos. Bij de zonde moet dus in de kerk altoos de praktijk der godzaligheid waargenomen, en dat juist maakt den dubbelhartige, kweekt de geestelijke valschheid, dat schriklijk kwaad, dat het „Wee u! wee u! gij addergebroedsel !" aan diezelfde lippen ontlokte, die nu nog kerk kan
niet
aldoor bidden voor de uitverkorenen Gods. juist spitst hij zich;
eerst
En
dat weet Satan, daarop
het gif der zonde indruppelen, en
dan
de
zwere der zonde toedekken met vrome windselen, of aldus een hart geheel kon verwoest worden, dat God de Heere zich ten tempel koos. Eindelijk behalve die zonde van de enkelen, is er een zonde van de gemeenschap. Men doet als leden eener kerk vele dingen ge-
men vormt saam een levenskring, waarin zekere toon men ademt uit en in een dampkring, waarin allen gezamenleven; men vormt algemeene begrippen; men schept een zedelijk
zamenlijk;
heerscht lijk
;
oordeel; doet een algemeene opinie ontstaan, die een macht wordt; en aldus is het, dat èn die gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, èn dus ook de gemeenschappelijke schuld ontstaat, die weer allerverderfelijkst op de enkelen werkt en dusdoende geheel het Lichaam van Christus aansteekt, tot ten leste zelfs de allerheiligsten inwilligen en de zonde in de kerke Gods algemeen wordt. Dit kan zóóver gaan, dat eindelijk ook voor de kerke des Nieuwen Verbonds het woord komt „Als gij uw handen uitbreidt dan verberg Ik :
mijn aangezicht, en als
gij
het gebed vermenigvuldigt, dan hoor ik niet."
Maar gelijk er in den eik en den haageik na de verwelking van de bladeren nog een steunsel is, alzoo zal liet heilige Zaad ook dan nog het steunsel der kerke Christi wezen. Zijn ontfermingen zijn oneindig en zijne roepingen onberouwelijk. Dit alleen is het m}-sterie, waardoor de kerke Gods er nog altoos staat
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
![Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 107](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/tractaat-van-de-reformatie-der-kerken/1884/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's