Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 88

VAN DE OEFENING DER KERKELIJKE TUCHT.

74

maakt, verkrijgt het kind eerst dan recht op het Woord als het h o o re n, eerst dan recht op het H. Avondmaal als het belijden kan. Wie geen lid der kerk is, of ook van elders komt uit kerken, die mag men niet tot de Sacramenten toelaten gelijk niet erkend zijn

en

,

,

evenzoo van de Sacramenten moet uitgesloten of boosheid onder tucht geraakt.

Maar evenzeer Sacrament en evenzoo laten

te

staat een ieder geloovige

H. Avondmaal wordt

vinden.

Geen goed

van

§

30.

heilig

Sacrament

die dit niet beter weet.

God

vrijmachtig

maken, aan den Heere God

zijn

onder de verplichting,

om

zoo

uitgereikt, zich bij die uitreiking

alsof aan het

Niet

Christen

Christen, die, overmits zalig te

wie door dwaling

omgekeerd elk kerklid tot het gebruik van het Een ieder is verplicht zijn kind te laten doopen,

is

verplicht.

het

dikwijls

al

,

is,

zijn

zijn zaligheid hing.

Maar ook geen goed

hem ook

zonder Sacrament

ontferming met verachting

Sacrament vergeldt.

Van

de oefening der kerkelijke tucht.

De toediening der genademiddelen moet heilig gehouden en de gemeente Gods met geestelijke politie geregeerd. Tot dit tweeërlei doel strekt de oefening der Christelijke tucht,

die aan het ambtelijk

Deze tucht wordt daarom geoefend

door elk i ^. den weg van vermaan, zoo hij den broeder ziet afdolen; 2**. door elk en een ieder geloovige in de lagere trappen, bij persoonlijke beleediging; 3^. door alle geloovigen saam bij het bannen of weder opnemen van wie zich misdroeg, door in te stemmen met de beslissing van den kerkeraad, of zich tegen die beslissing te verzetten, en voorts 4". en ten principaalste door den kerkeraad over de gemeengezag gebonden

is.

en een ieder geloovige

in

teleden en door de classes over dolende kerken.

een broedelijk vermaan der liefde, maar een met gezag namens Koning Jezus wordt uitgeDit strafrecht richt niet den staat des harten noch de beoefend. doeling. De int mis non iudicat ecclesia i). Het is evenmin inquisitoriaal en zoekt dus niet de overtreding op, die binnenshuis geschiedt. Maar ze is uitsluitend gericht op publieke overtreding, d. i. die óf publiek begaan is, óf, in het verborgene begaan, bekend wierd. Deze tucht gaat over belijdenis en wandel,

Deze tucht

is

niet

zedelijk strafrecht dat

i

en

dat

zonder aanzien

Woords en i)

De

des

persoons,

zoowel

over

Dienaren

overheidspersonen, als over den vergeten burger.

kerk onthoudt zich van oordeel over de verborgene dingen.

des

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen