Bedoeld noch gezegd. - pagina 9

Interlaken, 10 Juli 1885.

Hooggeachte Heer en Broeder

om

Toen

ik,

(door

de

na de bekende Haagsehe meetings, de residentie

te

in

van de ingeboete kracht op Zwitserlands bergen

gaan zoeken, wierd mij,

even

juist

voor

mijn vertrek, een vlug-

van uwe hand in mijn reisvalies gestoken, waarop een voor-

antwoord

loopig

verliet,

van een vriendelijk hart daartoe

mildheid

kiesche

staat gesteld) hersfel

schrift ^)

i

althans

niet

wachten mag

mijn terugkomst in

tot

het vaderland.

Geen

oogenblik

vaderlandsch

denking

langer toch dan

zeer ernstige zonde, die

uw

naar

geen anderen behooren

die

zonde

Ge

mij

tot

la Saussaye, te

de

mag

niets

dan

minder,

mannen

als

onder de dooden, en

Van

U

Ik bedoel

./.

ons

dat

ik,

der Brugghen en Beets,

om nu

noemen, onder de levenden, gerekend zou hebben

te

Anticliristen.

uw dDe

IIkklkn

niecnte Ie 's-Gravenhar/c, ook

door

mag

hierin,

met

Spaar mij de pijnlijke onderzoeking, of het van

•)

is,

onder de ver-

ik

ten laste legt.

bestaat in

ontzettende beschuldiging,

Chantepie de

noodzakelijk

metterdaad had schuldig gemaakt aan de

blijven, alsof ik mij

Immers

stii)t

publiek onder den indruk, noch

H. Gunning Jr,

i:\

dI':

llAr.vEN",

zijde buiten

ecu ivoonl aan de Hervormde,

naar aanleiding der

's-Gravcnhagc,

uwe

ivcirjering

W. A. Bcschoor.

van de

1885,

(Jc-

Kloosicrkcrl;,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen