Contra-memorie in zake het Amsterdamsch conflict - pagina 98

96

§ 24.

WAT NA HET SCHORSINGSBESLUIT GEBEURD

IS ?

beveiliging van het hun toevertrouv^^de goed Classicaal Bestuur op blz 25 nogmaals dit onder kerkelijk censuur te trekken ^), hier dus buiten bespreking. Artikel één van het reglemerxt, waaronder Kerkvoogden alhier leven, zegt uitdrukkelijk, dat het Beheer uitgeoefend wordt, ///e? door

door Kerkmeesters genomen, blijve, ook een poging om ook

ter al

waagt het

den Kerkeraad, maar door de Kerkelijke Commissie. Er staat toch „De Commissie, in den hoofde dezes vermeld, oefent het beheer uit over haar kerkgehouwen, hare verdere bezittingen, roerende en onroerende goederen, niets uitgezonderd, en dat Avel „namens de Gemeente'' „en krachtens last van den Algemeenen Kerkeraad." Kerkvoogden alleen zijn dus Beheerders, en zij alleen hadden bevoegdheid en waren verplicht om Beheersrechten uit te oefenen. Gesteld dus al, dat het Classicaal Bestuur ten deze ooit in de rechten van den Kerkeraad had kunnen treden, dan zou het hieraan nog nooit eenige bevoegdheid hebben kunnen ontleenen, om Behereerschten te gaan uitoefenen. Ook de kosterij, ook de kamer in de Nieuwe kerk, is „onroerend goed der gemeente", en over al dit goed alleen aan Kerkvoogden het Beheer. Uitvoerig is een en ander staat uiteengezet in het geschrift van Dr. A. Kuyper, getiteld Hel Conflict gekomen, derde gedeelte, waarheen, ter vermijding van doellooze herhaling, Gelijke verwijzing kan ook door de Contra- Memorie verwezen wordt. geschieden voor den maatregel, dien Kerkvoogden op 6 Januari namen, om tijdelijk de onderscheidene lokalen, die zich aan de kosterij der Nieuwe kerk bevinden, buiten gebruik te stellen. Men zal daardoor merken, hoe deze maatregel, wel verre van, gelijk de Classicale Memorie verzekeren :

,

:

„tergenden- overmoed'' te zijn ingegeven, uitsluitend voortsproot gebiedende noodzakelijkheid, die op 6 Januari voor heeren Kerkvoogden ontstond, om het hun toevertrouwde „onroerend goed", dat ze „namens de Gemeente" beheerden, te beveiligen tegen machtsdaden van Ten overvloede hebben Kerkmeesters juist voor dit onbevoegden ^). geschil een modus vivendi aangeboden maar men weet uit hetgeen boven in § 23 is medegedeeld, hoe door het Classicaal Bestuur geweigerd is, iets wat wel terdege zijn plicht, en voorstellen desaangaande te doen niet die van heeren Kerkmeesters was, overmits Kerkmeesters als Beheerders, alle lokalen, ook na de schorsing, ter beschikking hadden gelaten, m.a,aY het Classicaal Bestuur op 4 en 5 Januari met daden van geweld was begonnen, die strekten om Kerkmeesters uit hun beheer te verdringen. Wel dient daarentegen met een kort woord de vraag besproken, waarom de Kerkvoogdij, zoo voor haar bedienden als voor de onder haar beheer staande lokalen, op 6 Januari tevens den band doorsneed met het Provinciaal Kerkbestuur van Noord-Holland en met het Classicaal Bestuur van Amsterdam. Wat aangaat de bedienden, deed de Kerkvoogdij Vooreerst hiertoe niet de minste poging, om tweeërlei goede oorzaak. durft, door uit de

;

;

van de voorloopig geschorsten, voor zoover geweld aan en het onrecht in de Nieuwe kerk gepleegd, zich schuldig gemaakt hebben aan verstoring van orde en rust, behoeft zeker geen betoog", blz. 25. Dit betoog kan alleen in zooverre veilig ^)

//Hoe

betrokken

verscheidene

in het

wegblijven, als het nimmer te leveren 2e editie. ~) Blz. 25,

is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen