Contra-memorie in zake het Amsterdamsch conflict - pagina 121
OPENBAAR SCHKIJVEN.
•
119
te zijn. De schorsing belet slechts de tijdelijke uitoefening van het ambt, en staat in zoovevre met afwezi^iheid of ziekte gelijk. Zal dan, waar een of meer leden van den Kerkeraad voor zaken of gezondheid op reis, andere bedlegerig zijn, aanstonds het Classicaal bestinir optreden om te doen wat des Kerkeraads is'? En zoo ja, naai* welke onderscheiding en met inachtneming van welke waarborgen voor de aldus van haar eigen, vrijgekozen vertegenwoordiging beroofde gemeente? Het moge eene leemte in de reglementen wezen, dat zij geene voorziening treffen voor het geval, dat Kerkeraadsleden tijdelijk buiten staat geraken hunne bediening waar te nemen, Art.' 1 van het Regl. v. d. Kerkeraden voorziet in dat geval niet. Wij zijn ieder oogenblik bereid de beslissing van deze quaestie op onze kosten aan onpartijdige scheidslieden te onderwerpen. En ook ten aanzien van geschorste leden is zoo iets nergens bepaald. Het ware dan ook al te l)nitensporig, dat het Classicaal bestuur, door een deel van de leden des Kerkeraads te schorsen, zich niet alleen zou kunnen stellen in hunne plaats, maar tevens daardoor de niet-geschorste le:len van hun recht van vrije beraadslaging zoude kunnen versteken. Te meer, omdat, waar een Classicaal bestuur nu eens werkelijk te doen heeft wat des Kerkeraads is, het j uist daarom niet een bestaanden Kerkeraad aanvult, maar, steeds zijne eigene qualiteit behoudende, de werkzaamheden verricht die toch ook te d'^^en zijn in
Kerkeraad
gemeenten
waar
het college dat Kerkeraad heet geheel
ontbreekt,
of wel op één enkel punt de taak overneemt van een bestaanden maar te dien aanzien onwilligen Kerkeraad, die dan echter niet tijdelijk verdwijnt, zelfs niet op het oogenblik dat het Classicaal bestuur voor hem handelt, terwijl er evenmin op dat bedoelde oogenblik twee colleges zijn in dezelfde gemeente die beide het radicaal hebben
van een Kerkeraad. Te Amsterdam is alzoo geen Classicaal bestuui', dat wettiglijk doet wat des Kerkeraads is. Doch bovendien doet 'het dit, in zijn eigen stelsel, eerst na en tengevolge van de voorloopige schorsing van de kerkeraadsleden, op wie het vrijheid gevonden heeft, art. 48 van het Regl. voor Kerkelijk Qpzicht en Tucht toe te passen. Had het die schorsing uitgesproken doende wat des Kerkeraads is, dan zou het in lijnrechten strijd met art 39, 2'''- lid en art. -1:7 van datzelfde reglement gehandeld hebben, en eene beslissing hebben genomen, welke, volgens art. aldaar, geen lidmaat der kerk verplicht w^are te eerbiedigen. () Het Classicaal bestuur, handelende als zoodanig, heeft een bezwaar in behandeling genomen en voorloopig onderzocht,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's