Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 346
de eerste bladzijde der tweede afscheiding
;
ONDERNOMEN VELDTOCHT.
I>E
328 dragen, zoodat
werd uitgenoodigd op de hem gestelde vraag
hij
dat appellant daarna te kennen gaf, dat
zonder dat
mede-appellanten zou
prijs
Synode weigerde
de
dat
opgelost
bezwaren
zijne
hij
door
geven, en op dien grond verklaarde te constateeren,
bezwaren
zijne
schriftelijk in te
bezwaren
dienen
te hooren,
hem
en dat
dus, naar
te verlaten
en zijne
;
Kuyper daarna
dat de heer Dr. A.
antwoorden
waren, zijne rechten en die van zijne
meening, niets anders overbleef, dan de vergaderzaal
zijne
te
antwoorden op vragen,
te
bij
schrijven
van 17 September 1886
voege zijne bezwaren ontwikkeld heeft en deze resumeert in dier Hem oproepende om hem »over de tuchtzaak zelve" te hooren, toont 1. :
Synodus Contracta, dat
de
in beginsel het vonnis
zij
van
l
Juli verzaakt,
en thans de novo gaat instrueeren voor eene nieuwe beslissing.
Synodus Contracta
treedt de
Hieraan toegekomen,
2.
van Noord -Holland en
het Provinciaal Kerkbestuur
is
in de plaats
van
dus tot alles gebonden,
waartoe dat Kerkbestuur ware gehouden geweest.
Dit Bestuur
3.
had,
hebbende, of ze
dan
al
onpartijdiglijk
eer niet
bezwaarden, eer
die in behandeling
het
legaal
tot
nam, behooren
te
onderzoeken
stand ware gekomen, en met name, of de
schorste en ter kerkelijke schavotteering voordroeg,
men hen
waren gehoord.
Bevindende dat
4.
voordracht d.d. 15 Maart tot ontzetting ontvangen
de
dit niet geschied was,
had het Provinciaal Kerkbestuur
van Noord-Holland het Classicaal Bestuur van ^.ws^eriam moeten gelasten
van het recht van verdediging onverwijld
schending
deze
te herstellen,
en
eerst daarna tot eigen behandeling der tuchtzaak mogen overgaan.
De Synodus
5.
Contracta, als
nu optredende om
beter te
doen wat het
Provinciaal Kerkbestuur van Noord-Holland verkeerd deed, was gehouden tot het volgen
Van
6.
van
gelijke gedragslijn.
die lijn afgaande, en
gebrek verbeterd
zij,
de
Synodus Contracta op
op een gebrekkige voordracht, alvorens
tuchtzaak
zeer
zelve
dit
in handen nemende, verkort de
aanmerkelijke wijze het recht tot verdediging,
dat den beklaagde toekomt. 7.
De
schijnt
kende dus
oproeping
om
den ondergeteekende
te hooren, „over deze tuchtzaak",
mede een stap op dien verkeerden weg, en overmits de ondergeteeniet
zijns
zelf
mag meewerken om
zijn
eigen recht te verkorten,
mag
hij
erachtens de Synode hierin niet ter wille zijn."
Overwegende, wat het recht
betreft,
dat in de eerste plaats ten aanzien van de door den heer Dr. A. Kuyper, bij
zijn
laatstgemeld schrijven, aangevoerde bewering, moet worden onderzocht
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's
![Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 346](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/het-keerpunt-in-de-jongste-geschiedenis-van-kerk-en-staat/1887/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's