Uit de diepte - pagina 14

8

den man naar Gods hart, maakte. Denkt ook aan dien duivel, welke Farao's hart verhardde toen de Almachtige de vrijlating van gansch Israël uit Egyptelands slavernij eischte. Denkt eveneens aan den Satan, die Davids gemoed aanporde, zoodat hij het volk liet tellen en zich zoodoende hoogmoedig aanstelde. Zelfs ziekten zijn door hem bewerkt. Daar hebt ge dien doove en blinde en zoovele dien jongen maanzieke anderen. Eindelijk wordt in Gods Woord nog gesproken over van den duivel bezetenen, van welke sommigen zelfs tot waanzin vervoerd zyn geworden. Vreeselijke heerschappij der booze geesten over de menschenwereld, die zy geheel ontreinigd hebben door hun giftigen adem. Die macht der booze geesten is in onze dagen niet verminderd. Wel komt zij tegenwoordig niet zoo goed uit als in de dagen van den Heere ,

,

Jezus Christus, toen de duivelen sidderden en beefden en er voor uitkwamen: 5>Wij zijn duivelen", wat zij nu gaarne zien bedekt of geloochend. Desniettemin is het zeker, dat de Satan nog steeds voortgaat, om den mensch op den weg der zonde voort te drijven, zijn gansche gedachtenwereld te bezoedelen, zyne woorden te ontreinigen, tot hoogmoed en waanzin te prikkelen, onvrede te zaaien, onzedelijkheid te vermeerderen, allerlei krankheden over den mensch uit te storten, hem te beheerschen als zyn slaaf. In éen woord. Satans streven is nog merkbaar in zijn voortdrijven in de richting van zonden en ellenden. En nu hebben wij nog niet gesproken van de ontzettende aanvechtingen, waaraan de geloovigen van Satans nog niet van dat zoeken des Satans otn kant blootstaan 's Heeren kerk te overweldigen en Gods huis te verstoren. Zijn nu de booze geesten zoo en wisten de zeventigen dat even goed als wy, ook bij eigen ervaring, waarom zullen wij ons verwonderen, dat zij zoo blijde waren, toen de booze geesten overwonnen waren en zij dus in die wereld, waarvan Satan beweert meester te zijn en ook door onze eigen schuld is, door de kracht des Heeren eenige verademing hadden kunnen geven aan menschen, wier ellende en schuld de Satan dagelijks grooter maakt! En wij, zouden wij niet blyde zijn, als de booze geesten ook ons onderworpen worden? Waarlijk, wij behoeven niette vragen, van welke kanten dezen op ons loeren. Weet gij niet van den boozen geest der ontevredenheid, die vooral in onze dagen zich zoo vreeselijk roert en reeds duizenden bij duizenden de zinnen begoocheld heeft? Welke lasterlijke woorden tegen den Heere en zijne ordeningen vindt hij uit! Op welke daden van geweld zint hij, om staat en maatschappy omver Weet gij ook niet van den boozen geest der dronte werpen ,

1

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen