Uit de diepte - pagina 185
,
179
Hun oog was voor de waarheid gesloten dat de Heere geen loon verschaft op een eigen willigen, een zichzelf zoekenden godsdienst. Ze kenden den rijkdom van het woord genade niet. ,
Hoe groot
het onderscheid is tusschen het zondig volk, dat die evenals Asaf soms aanen den geloovige wordt met den voorspoed der goddeloozen toont
hier spreekt
,
,
gevochten ons de uitkomst in vs. 15. Waar de geloovige met
,
Asaf, in het heiligdom ingeleid het einde der wegen ziet, is de slotsom, waartoe het zondig volk komt, deze: ?En nu, wij achten de hoogmoedigen gelukzalig; ook die goddeloosheid doen, worden gebouwd; ook verzoeken zy den Heere en ontkomen." Waar de Heere hun eigenwilligen godsdienst, hun vasten en uitwendig dienen, niet met heil en zegen beloont, beginnen die geluk en voorspoed heeft, zalig te zij den hoogmoedige, spreken. De nieuwste uitleggers willen, dat met de hoogmoedigen, die door het zondig Israël zalig gesproken worden de heidenen het baat ons niets, of we wil men zeggen zijn bedoeld. Zie al in den tempel God aanbidden, ons inspannen zijne wet te doen, vasten en uitwendig treuren. De heidenen, die hoogmoedig den waren God verwerpen, hebben voorspoed en geluk, worden machtig en rijk. Anderen nemen de beteekenis hier uitgebreider: Alle hoogmoedigen, ook onder ons volk, die zich door hoovaardij boven den godsdienst verheffen, den tempel niet bezoeken, zich aan God niet storen, zijne inzettingen overtreden, nooit vasten, geene barmhartigheid bewijzen en trotsch zichzelven verheffen, vinden voorspoed. Asaf zag dit ook met nydige oogen aan, maar werd er benauwd onder; daarentegen zij, die hier tegen den Heere optreden, willen het voorbeeld dier hoogmoedigen wel volgen. Zie, zij zijn gelukzalig en meteen wenschen zij naar dat uitwendig geluk en het valt hun niet het minst moeilijk geheel en al den dienst van God te verlaten en gelijk te worden met die hoogmoedigen, in de hoop dat zij ook die uiterlijke gelukzaligheid zullen bei'eiken. O, hadden ze eens begrepen wat Dan bet woord gelukzalig in den waren zin inhield hadden ze uitgeroepen Die hoogmoedigen met al hun voorspoed zijn rampzalig, en dat arme volk Gods met al hun tegenheid en smai't is eerst gelukzalig. Maar neen! hun maatstaf is aardsch geluk en daarnaar is tevens hun eenigst streven. Het zondig volk durft er voorts den Heere eene aanklacht ,
—
—
!
:
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's