GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 374

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 374

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

;,

368 en genieten van dit voorrecht zijn gekomen, en door zijne genade van de banden des doods zijn verlost, dan wandelen wij ook voor het aangezicht des Heeren in de landen der levenden. Zij, die uit den dood overgegaan zijn in het leven, vertoonen dan ook dat leven naar buiten. Als de rank wordt ingezet in den wijnstok, kan het niet anders, of er zullen vruchten gezien worden. Aan de vruchten wordt juist de boom gekend; zijn de vruchten goed, dan is ook de boom goed. Zij, die in Christus zijn, die Hem door een oprecht geloof zijn ingelyfd, brengen vruchten der dankbaarheid voort. Zij dragen die vruchten, opdat God door hen geprezen worde voor zijne weldaden, aan hen bewezen maar ook, opdat zij bij zichzelven van hun geloof mogen verzekerd zijn uit de vruchten. Over dat vruchtdragen, over dat wandelen voor het aangezicht des Heeren, spreekt de apostel in de woorden » Die niet naar het vleesch wandelen, maar naar den Geest". Hij geeft ons hier de maatstaf, waaraan de geloovigen worden gekend, die tot de genieting van dat voorrecht zijn gekomen, dat er voor hen g e e n e verdoemenis is. Hij zegt: » Hieraan worden zy gekend, dat zij niet meer naar het vleesch wandelen, niet meer naar de begeerlijkheid des vleesches handelen". Met vleesch wordt in de Schrift bedoeld de zondige mensch de mensch zooals hij van nature is. Naar het vleesch wandelen beteekent dus: wandelen naar het goeddunken van ons verdorven hart; die dingen doen, die onze natuur gaarne wil, die uit onze natuur opkomen. Naar bet vleesch wandelen wil dus zeggen: de werken des vleesches doen; en welke zijn de werken des vleesches? In Gal. 5 19 lezen wij: » De werken nu des vleesches zijn openbaar, welke zijn overspel, hoererij, on;

:

,

:

:

reinigheid, ontuchtigheid, afgoderijen, venyngeving, vijandschappen, twisten, afgunstigheid, toorn, gekijf, tweedracht," en wat dies meer zij. »Die zulke dingen doen," zegt de apostel, » zullen

het koninkrijk Gods niet beërven". Maar hoe, geliefden hebben dan degenen, die in Christus Jezus zijn, niet te klagen, dat ook bij hen deze werken des vleesches nog worden gevonden ? Is dan de geschiedenis van David en zoovele andere kinderen Gods ons geen bewijs, dat ook zij nog telkens in deze dingen vallen? De ervaring immers leert het, dat ook de geloovigen nog struikelen in vele, gelijk !

Jakobus

zegt.

En hoe

is het dan te verstaan, dat er met zulk eene beslistheid wordt gezegd: »Die niet naar het vleesch wandelen." Geliefden! dat wil niet zeggen, dat er by den geloovige geen zonden, geen werken des vleesches meer zijn aan te wijzen maar het wil zeggen, dat de geloovige niet meer van harte

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 374

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's