De twaalf patriarchen - pagina 30

22

DE PATRIAllCH JUDA.

Dan

Jood was, en

blijkt óf dat zulkeen een

slechts voorwendde, en

zijn e/?^^« -adel

dan wordt de afloop der wateren

bij

dezen zeer snel.

Of ook bet

dat er echt Jiida-bout uit den echten

blijkt,

Juda-stam geschoten was, en de Jood er zich slechts

als

woekerplant

dat ge

bijna

omslingerde.

elk kind

bij

:

dingen^' (2 Chron. 12 is,

(Jerem. 51

:

Juda

Godlover

woord

,/Er

:

12) en

:

gevaar,

er hope.

blijft

waren

Juda nog goede

in

hoewel hunlieder hand vol

,-/

weduwschap gelaten worden^'

zal niet in

5).

Want weduwschap de

het zoo staat,

als

geldt het

van schuld

ontzettend

van God bespeurt.

Maar geen nood

Want dan

Een

een

voor

de

ziel,

door den Jood die in

dat

hem

is

het, als

Juda

opAvoelde, wierd af-

gesneden van de gemeenschap met zijnen God.

I

I

I

III

I

I

I

i

I

I

lil

I

I

lil il

I I

I

lil

iiiiii

I

I

I

I

I

I I I I I I

I

1

I

I

I

II

I

11)1 II ri II

I

I

I

lil

III

iiiiiiii lil iiiiiiiiiiii iiiiiiiiül

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen