De twaalf patriarchen - pagina 60

I

lilllJ

llll

lil

I

lillKIlülilil

I

II

I

1

\

en zette de

I

te Thirsa.

niet

liij

houdbaar was, trok

kroon op

I

I

I

I

I

I

1

II

I

I

I I

i

Ui

i

i

I

ii'lilllll

1

op en sloeg Nadab,

hij

hoofd en toog in het paleis

zijn eigen

\

|

Natuurlijk, er zaten in zulk een stam wel administratieve

\

krachten.

Thola,

:

de richter uit Issaschar, heeft drie en twintig jaren

i

achtereen te Samir over heel Israël geheerscht.

Een schreiend

:

tweetal bergtoppen.

\

Jizreël

l

I

i

\

i

I

I

:

dien beklom,

1

I

I

zag dat Jerobeams troon, toen Nadab

en toen

1

1

I

:

Issascliar,

i

I

Baësa, de zoon van Pua, de zoon van Dodo, was ook uit

i

1

I

DE PA.TRIARCH ISSASCHAK.

52

I

lilil tilllililllll<ll««ll<l«'l:l<l

In

u

biedt

contrast

\

op Issaschars erve een

één, en de berghoogte

Thabor de

f

waar

'-

op lag de ander. dat

i

op de bergglooiing vierden de zon-

ï

zondaressen hun gru weiijken en afschuwelij ken,

ï

huis, en in die bosschen

en

|

huisde Achab de zondaar en hield Izebel

Jizreël

i

dar en

i

godsdienstig ingekleeden, Vleeschesdienst. Daar lag de akker

:

l

van Naboth.

daar door de honden gelekt.

:

:

Al het

:

'z

(ï*at

Izebels bloed

is

waartoe de mensch zich verlagen kan,

op

ï

Jizreël, op die verrukkelijk schoone berghoogte, geschied,

i

En

laagste,

daartegenover

liliilllllililillllllllllllllllllllKIIKKII'l'l'l

•:•''

lil I

lag I i

l^i'.lll

Thabor. l'l.l'I^ÜHKI

I I

Lang

DIIIIIKl

1

KI

I

I

zoo schoon.

niet

I

1

I

I

I

I

I

is

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

lil I

^

11

a

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen