Uit de diepte - pagina 416

410 hoorders! wendt uw oor en hart van deze vraag met welker beantwoording ons eeuwig wee of ons eeuwig wel in oorzakelijk verband staat. Bedenkt het toch, en vergeet het nooit, dat ons leven niet eindigt met den dood. Er is een leven ook na dit leven eene eeuwigheid, welke ons

Mijne

o,

niet af,

;

allen wacht; maar die, gelijk ik reeds herinnerde, voor allen niet hetzelfde is. Er is zaligheid, maar ook rampzaligheid. Er is een ingaan in het eeuwige leven, maar ook in de

eeuwige verdoemenis. Leest slechts het hoofdstuk, dat aan onzen tekst voorafgaat, en verneemt daaruit, welk ontzettend lot een ieder wacht, die in de zonde geleefd en in Christus niet geloofd heeft.

En Als

die eeuwigheid zijn wij alweder een jaar nadergokomen. straks voor u aanbreekt, wat zal zy u geven? Zult

zij

dan behooren tot de ontelbare schare, die staan mag voor Gods troon, of tot die andere schare, welke vruchteloos roept

gij

bergen en steenrotsen, om door hen bedekt en verborworden tegen den toorn des Lams? Zijt gij reeds met God verzoend? Zijt gij aireede bereid om uw God te ontmoeten? Behoeft gij zijn oordeel niet te vreezen? Weet gy, dat uw einde, al brak het nog dezen avond aan, vrede en

tot de

gen

te

zaligheid zijn zal ?

Nogmaals wendt uw oor en hart van deze vraag niet af! Onderzoekt, beproeft uzelven of gij in het geloove zyt! Nog Nog is de deur van het hemelis het een heden van genade rijk geopend! Straks wordt zij gesloten! Indien gij dan nog niet bereid zijt; indien gij nog niet tot den Heere Jezus Christus zijt gekomen, die de weg en de waarheid en het leven is, zonder wien niemand tot den Vader komt; indien gij Hem nog niet toebehoort, o haast, haast u dan om uws levens wil! Haast, haast u dan, voordat het te laat, voor eeuwig te laat is! Onze dagen zyn een handbreed; als een schaduw gaan zij voorbij. Zij zijn als het gras, gelijk eene bloem des velds, die heden sierlijk pronkt, en morgen niet meer is. De dood wenkt ieder uur. Ons leven kan en zal weldra een einde nemen; het graf kan en zal spoedig ons stof vragen. En dan? En dan? Wat zal dan ons eeuwig lot zijn? Van tweeën een: zaligheid of rampzaligheid, naardat wij hier geleefd hebben! Een derde is er niet! Hier aan deze zijde des grafs is het heden der genade, de tijd van bekeering. Met den dood houdt elke mogelykheid op om bekeerd en gered te worden. Ons heden beslist over onze toekomst. Zooals de boom valt, blijft hij liggenDie onbekeerd in zijne zonden sterft, gaat en is voor eeuwig !

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen