Uit de diepte - pagina 730
724
Daar zijn er zeker ook wel, die door het Woord Gods verontrust zijn geworden; bij wie de stilheid en ruste als des grafs is veranderd in onrust en onvrede. Die er nu en dan bij bepaald zijn, dat hunne ziel kleeft aan het stof, doch die zich deze beschamende waarheid ontveinzen. En ten bewijze dat hunne ziele niet kleeft aan het stof, beroepen zij zich op hun alleszins godsdienstig leven. Zij lezen Gods Woord getrouw; verzuimen het gebed niet; laten de onderlinge bijeenkomsten niet na; doen handreiking aan de armen en dragen het hunne bij ter instandhouding van den openbaren eeredienst. Zij bespreken gaarne de waarheid Gods, niet zelden met levendige belangstelling en met vuur, en geven dikwijls met warme ingenomenheid getuigenis van de waarheid. Uit dat alles, zoo redeneeren zij, blijkt toch meer dan overvloedig, dat hunne ziel niet kleeft aan het stof. Of zou dit hunne zonde zijn, dat zy ijverig zijn in hun beroep, en van tijd tot tijd een betamelijk genoegen nemen? Waar staat in den Bijbel, dat zulks verboden is? Neen, het wordt veel meer in Gods Woord bevolen. De gierigaard en de vrek, de hoogmoedige en de eerzuchtige, de brasser en de dronkaard alsook de wellusteling mogen zich vergapen aan het stoffelijke en zinnelijke, maar van den eerzamen en stillen burger, die voor zijn huisgezin arbeidt en zgn godsdienst waarneemt, kan toch waarlijk niet worden gezegd, dat bij met zi.jne ziel kleeft aan het stof, temeer als hij toont nog wat voor een ander over te
hebben!
Of
denkt en redeneert, dan waarlijk nooit beondanks dat alles, ook zijne ziel kleeft aan het stof? Of hij er dan nooit eens bij bepaald wordt, dat het toch niet goed met hem is ? Welzeker. Hij moet het somwylen wel gewaarworden, zien en zichzelven bekennen, dat ook zyne ziel kleeft aan het stof; dat gierigheid ook hem wel in hare strikken weet te vangen, of dat hij zich in het stoffelijke geheel ingewerkt, en dat dit zijn gansche hart ingenomen heeft. Doch hij werkt er zich weer overheen, praat het zich uit het hoofd en levert tal van bewijzen, dat hij toch waarlijk niet aan het stof is verkleefd, en het ook nu niet is, maar dat hij bij,
speurt
die zoo
hoe,
er zijne redenen voor heeft,
handelt niet ziet
of
dan gewoonlijk.
waarom
Of
hij
hij nu zoo geheel anders verklaart, dat hij volstrekt
met hart en ziel bij deze dingen is, doch zich den nood opgelegd door de omstandigheden, waarin hij zich bevindt, door zgn beroep, en dat hij blij zal zijn, als hij er van
verlost
Zoo stand,
is, of er uit kan. gebruikt de Satan het door de zonde verduisterd verom het beschuldigend geweten door valsche redenee-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's