Gereformerde kerkelijk congress :het juk der tweede hierarchie, drie referaten, op den 11 den Januari 1887 in "Frascati" voorgedragen - pagina 43

39 de worsteling waartoe dit conflict aanleiding gaf het lioofdtreff'en was, dat nog wel door schermutseling

maar

of'

belegering van afgelegen vestingen,

meer door een beslissenden veldslag kan gevolgd worden.

niet

Dat het geding tusschen de Hiërarchie en het Koningschap van Jezus thans zoo principieel mogelijk, op het drieledig stuk

Kerkhesluar

en

Kerkbeheer

en

tegelijk,

nu elke mogelijkheid beproetd en uitgeput

haar

en

is,

Hiërarchie

de

boosheid

sluimerende

alle

dan

anders overblijft

niet

waaronder deze Hiërarchie ons

Jezus

gekroond hebben.

gratie en

iegelijk onzer

in

tot

naar

En nu

Golgotha

het

eere zou de Hiërarchie on

ontwennen

vond

morgen

dan Hem

te

En daarom

en daarom alleen heeft

men

duldende inschikkelijkheid tegenover de Loochenaars der

dezer

;

zoo zelfs dat de

Godheid

die de

man

,

die als hoofd en

hooge-

Hiërarchie de Synode voorzat een erkend verwerper onzes

Heeren ,

was;

nu

steekt dit sparen van wie

zoo scherp af tegenover dit woeden tegen

hoogheid der Synode trotseerden

verborgen

bedoelen

niemand meer een geheim

van deze

,

dat de aard

die

de natuur voor

is.

heel de oude garde uit schooner dagen.

van Amsterdam, door

,

tweede Hiërarchie thans

Daarom sprak Elout van Souterwoude dan nu

hem

kou,

ons door een gerechtelijken moord, naar

Christus naar de kroon stak ,

met

deze exceptioneele verbolgenheid te onswaart gepaard ging

alles

gepriester

en

had gekromd.

hiertoe

de verbolgenheid dezer machtigen dan nu ook

is

men

Christelijken mysteriën

hen

in de

werpen,

ontwapend had.

inbeeldde,

de

af te

„Liever afgezet en ontzet en er uitgezet,

daarom

niet gerust eer

van

Gods en

wie onzer nu nog door een gang naar dit Synodaal

woede tegen ons uitgebroken.

met een

de hulpe

pardoen en absolutie gereed. Maar omdat onze Koning-

riep:

.'"'

verloochenen

men

ik,

couscientie heerschte, en, door dien prikkel aangevuurd, een

onze

in

om met

buigen,

willen

En

gang

den

Canossa zijn

— dat er thans, zeg

de Kerkeraad het hoofd voor de Synode, insteê van de kuie

Koning

voor

er,

roepend, wie voor Koning Jezus

HEEREN met één moedigen ruk het juk

kracht des Heeren

Had

dat

aandorst, om, al

het toch ten slotte

Avakker

En

ieder middel

aan de Gereformeerde Kerken en Ambtdragers en Geloo-

dit alles,

vigen

van Kerkbelijdenis

weg afgeloopen en

ijverde uit te stooten, ojxlal zij heerschen mocht, Uti

:

uitgestreden.

is

ook, en

En daarom

maande ons

in

brak de Kerkeraad

van Voorthuyzen en de hunne voorgegaan, en

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen