Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 234
de eerste bladzijde der tweede afscheiding
DE ONDERNOMEN VELDTOCHT.
21Q welke hunner
collegiën,
de wettige commissie, welke adressanten verklaren
is
verte-
te
genwoordigen Geeft aan adressanten te kennen
:
zoolang door den rechter niet zal
dat
bestuur op te treden, het van
hem
niet
uitgemaakt, welke der collegiën, die zich
zijn
thans als rechthebbenden gedragen, bevoegd
is
om
kan noch
als
beschouwen of
legiën als rechthebbende commissie te
commissie
mag worden te
bovengenoemd
tot het
verlangd, een dier col-
erkennen
:
overigens voor de bescherming, door de Politie aan de bewoners
dat
niet
verleend
een
meer ambtenaren of beambten, maar
of
hij
als
der kosterijen
hoofd der
Politie
verantwoordelijk moet worden geacht. £>e Bicrgemeester [70.
Amsterdam, 13
De
te
voegen
het
noodig
I
Juli een
Amsterdams burgemeester, die
„En ook,
als
volgende
de
ongepaste en misleidende woorden
:
„Zonderling, omdat met raakt
:
1886.
Juli
achtte
Standnard
hieraan toe
voornoemd
Van Tienhoven.
g.)
morgen den dag
ander moderameu volgens de wet ^«ö«/ optreden,
dit
tien
van vroeger weten kon, in de war.
burgers zich opwerpen
als directie
der Hollandsche
en hierover een proces komt, zal de burgemeester van die ure af geen directie
Spoor,
van de Hollandsche Spoor meer erkennen en zich houden aan den stationschef. ,,Ons dunkt, onze burgervader waagt zich aan
Gedurende de
gewaagde theorieën."
van 1886, en het
eerste helft
eerste gedeelte
helft, als
tot eene
moorddreigende waanzinnigheid prikkelde, was de
volging
het
men
in de
zelven
zich
langs
Hoeveel ik daardoor ook leed (en
grootst.
kwaad
hulp), er stak grooter
trouwe
van de tweede
wanneer de uitspraak van het Provinciaal Kerkbestuur menigeen
weg der geboorte,
den
achter.
Kerk gekozen in
't
heeft,
hitte mijner ver-
minder mijne
niet
Wie de machten
niet eert die
eert allerminst de
macht
algemeen buiten eigen toedoen om, in
het burgerlijke gesteld werd. Zoodra het werk
van den 6 Januari begonnen
duchtte ik de treurigste beroeringen op maatschappelijk gebied
was,
die
;
waar
„de Antirevolutionairen" voorgingen oproer te prediken tegen de Kerkelijke Besturen, daar mochten „de Revolutionnairen" zeker wel tegen de overheid opstaan.
Dientengevolge heb ik getracht, de bescherming in te roepen van
de Justitie voor de Kerkelijke Besturen. Mijn desbetreffend, maar niet ingediend schrijven, uit de verkiezingsdagen dateerende, laat ik hier volgen
:
WelEd. ZeerGeslr. Heer!
Wat
uw
aan
U
11.
U
op uw Parket had willen vragen, dat zij mij thans vergund, met allen eerbied, aan uw ambt, en met alle onderwerping,
te richten
beter oordeel verschuldigd.
Immers de
Dinsdag
ik
schriftelijk
is
gestelde
het toch een eerste vereischte voor de orde en het welzijn der maatschappij,
machten
voldoe, zoo ongaarne
verschuldigd
is.
Maar
te
eeren
kom ik
ik
in
<;p
geloof
hare
eigenaardige roeping.
voor hetgeen dit
te
Zoo gaarne
men aan de door
moeten doen zoowel
in
mij
ik
daaraan
bekleede ambten
het belang der maat-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's