Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 367
de eerste bladzijde der tweede afscheiding
DE ONDERNOMEN VELDTOCHT,
dat
waren,
dezelfde
veroordeelde,
leg
Algemeene Synode
de
die tot het
eenstemmig genomen besluit
Januari hadden medegewerkt,
'21^*'"
van den
349
hare Uitspraak d.d. 24 September 188G
bij
bezwaar ongegrond achtte, omdat Art. 15 van het Reglement voor Ker-
dit
Opzicht
kelijk
dat
verbieden,
en
Tucht
hij,
die in eersten aanleg in eeue
andere strekking kan hebben, dan te
geen
enz.
zaak handelde of daarvan
kennis nam, daarvan in hooger beroep kennis neme;
van
het Provinciaal
den,
ook
niet
de
iets
wat door de leden
als rechter in eersten
aanleg oordeel-
gedaan, zoodat van een kennisnemen over dezelfde zaak
is
hooger college door deze leden geen sprake
in èen
dat
Kerkbestuur die
welke
volgens
bewering,
is
;
de leden van dat Bestuur, het besluit
nemende van 21 Januari, eene handeling pleegden, waardoor gens
van
15
Art.
het
Reglement
onbekwaam maakten verder over
zich,
vol-
voor Kerkelijk Opzicht en Tucht
enz.,
zij
die zaak te oordeelen, niet juist
is
en rust
op verkeerde opvatting van den loop der tuchtprocedure, aangezien volgens 47
de Artt
al.
5(1
2,
in fine en
52 in fine van het desbetreffende Reglement
de leiding van het onderzoek en de berechting van tuchtzaken aan hetzelfde College opgedragen
is
;
dat eene bepaling, naar welke dit onderzoek moet geschieden door andere
dan
leden,
het oordeel uitspreken, nergens voorkomt, en ook met den
die
eisch eener goede rechtspraak in strijd zou zijn
het Provinciaal Kerkbestuur den
dat
werkzaamheid
van
het
daartoe
van
onderzoek
Classicaal
geroepen
Bestuur,
was)
(waartoe
en
;
Januari niets deed dan
zijne
het zich geroepen achtte in plaats
het inderdaad in zijn eigen werkkring
terwijl
staken
21'^*^'"
zaak verzenden naar de Algemeene
de
doch dat het in die handeling bleef binnen de grenzen van voor-
Synode,
bereiding en voorloopig onderzoek en geen oordeel uitsprak, waardoor zijne
leden geacht konden worden voor de eindbeoordeeling hunne onbevangenheid
hebben verloren
te
tot
;
het Provinciaal Kerkbestuur, toen de
(lat
verzenden
onjuist
had bevonden,
wijze in het eerste hoofdstuk
de bewering
dat
aan het Classicaal
genoemd
van in
het
zaak
te
daar
der
van het Reglement voorgeschreven
bezwaarden
Bestuur
zijn
als
het besluit
;
zou de geheele instructie der zaak
opgedragen
in strijd is
met Art. 47
al.
3
Reglement, waardoor het Classicaal Bestuur verplicht wordt bedoelde
geval zich terstond van de verdere behandeling der
onthouden, en dat een beroep op de
schorsing
Algemeene Synode
het onderzoek weder opvatte, op de
plaats had,
wijze,
wederom uitgaat van de
waarop de provisioneele
onjuiste opvatting, die zulk
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's
![Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 367](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/het-keerpunt-in-de-jongste-geschiedenis-van-kerk-en-staat/1887/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's