Het Calvinisme en de Kunst - pagina 64
64 grondvprschil
Hof
'^^)
iieciüjke
passief
Vandaal' dat
al
maar lieerlyk
lioerlijke
lid
terwijl
wij
liel
cii
scliooue
is,
dal wij lid
schooiic acliof in ons opnemen.
hel hemelsclie voor ons in onzen gezonken loesland niet schoon, Verplaatsen we ons echter in den toestand, waarin eens die is.
onze wereld
lieniel
Uissclioii
oiuicrgaan,
zal
zijn,
wordt het denkheeld
dan
van schoon ook op de
henielsche dingen toepasselijk. *') Elke theorie over hel „leelijke" loopt parallel met iemands theorie over de zonde" en over den „schyn". Cielijk heiligheid en zonde, waarheid en schijn, zoo ook staan „sclioon"' en „leclijk" tegenover elkander. Rosen krans heeft in zijn „Aesllietik des Hasslichen (185;i)een poging gewaagd om uit de resultaten, die de studiën van Schlegel, Solger en Weisse over dit onderwerp dusver hadden opgeleverd, een vaster slotsom Ie trekken. Als winste mag aanvaard, dat hij het ,leelijke" niet enkel als negatie, maar zeer hepaald als privatie van het schoone opvat. Ook in het „leelyke" schuilt dezelfde acluosileil, die in het schoone alleen loopt de reeks dezer acluosileil af insleè van op. perst en dringt; ,
daarom echter is Schasler's poging, om het leelyke als noodwendige schaduw voor het schoone te postuleeren, mislukt (Kritische geschichle der Aesthelik. 187:2. p. 103G v. v.), en heeft Carrière in zijn Aeslhetik 2e Aufl. voorstelling verworpen. Toch dient op p. 147 terecht deze valsche 1873, B. Schriftuurlijk terrein nog dieper in dit onderwerp ingedrongen. Al hel „leelijke" ontslaat, doordien een sluier Gods heerlijkheid belet door Ie dringen. Doch zoodra Juist
1
uilkomen en alzoo het goddelijk stempel leelyke in het afgrijslijke over. Cf. 2i en Dan. 12:2. Over Zeisixgs Aeslhelische Forschung op dit stempel
Satan erin slaagt zijn uit
het
Jesaja
creatuur (Jü:
punt zie Ecik.vrt
o.
te laten
verdrijven, gaat het
te
p.
1.
110 en
B
von Hart.ma.nn, Aesthelik, Leipz
,
1888-
I.
M)\.
De beteekenis van het „verhevene" mag
alleraiinst in den van idéo en verschyning gezocht. Het hoofdmoment voor het Verhevene is, dat hel schoonheid uit een hooger sfeer, van een hoogere orde doet schitteren. In ons ordinaire leven kan niets verheven zijn, en wie het poogt te scheppen, verkrijgt slechts hel slijf-pedante of maakt Uit deze hoogere orde kan nu het verhevene in drie graden inzich belachlijk. treden, lo. als enkel boven onze sfeer verheven; 2o. als in contrast met deze sfeer tredende; 3o. als ons innerlijk wezen overweldigend en overzettend in een stemming, die bij onze gewone sfeer niet past. Cf. Kirchmann, Aesthelik Bd. II. 9— 20, die terecht opmerkte, dal hel verhevene altoos in de „met onmetelijk overwicht overweldigende kracht'' ligt; en Carrikhe, Aeslhetik. 1 p. 128, die hel naast aan de Schriftuurlijke gedachte komt van een majesteit van hooger orde Men lette erop, dat in de Heilige Schrift nog tusschen een echt en onecht „verheven" onderscheiden wordt. In Psalm 138: 6: „den verhevene kent Hij van verre/' is het „verheven" in boozen zin. Zie voorts voor hel begrip van verhevenheid, Spr. 18 11; Jes. 2:12; 9; 148: 13; Jesaja 2: 17 10; 97 12; Ps. 47 1; Job. 22 6: 1; 57: 15; Ex. 15 en lö: 5. Inlusschen lette men erop, dat de Hollandsche vertaling niet altoos de begripsonderscheiding van het oorspronkeUjke doel uitkomen. Ook bij de begrippen van „heerlijk" en „heerlijkheid" geldt dit, waarvan liet eerste zeer dikwijls •")
Openbaring
1
:
17.
zin der Hegeliaansche school in de proportie
:
:
voor
"<'1N, staat;
terwijl
:
toch alleen i^pj
:
:
correlaat
met
"i'O^ is.
•''-) De voorstelling der Heilige Schrift is dal na en tengevolge van den val, deze aarde van een deel harer schoonheid beroofd is en dat eerst toen de doornen en De nog achter hel paradi,js liggende vraag naar hel Tohudistelen zyn opgekomen Bohu, I. w. of dit enkel als nog ongevormde chaos of als resultaat vaneen plaats gehail h'^bbende verwoesting moei opiicval. Iianiil zeer nauw nid den aesllie-
Wa
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's