Voor een distel een mirt - pagina 157
IlI.
„I^
kd
dan
en
deed
E)efijdem8/'
DE OEFENSCHOOL VAN HET GEBED. Ik bad dan tot den Heere, mijnen God, en deed belijdenis. Dan. 9 4a. :
De deke
geloofskiem, in te planten,
het God vaak belieft een kinwast niet vanzelf op, en komt niet
die
vanzelf tot bloei. Denkt ge u, dat ge kort na uw geboorte door wilden geroofd en verre van uw vader en moeder, ja, zeer verre van Christus' kerk waart weggevoerd, zoo zou
deze
geloofskiem in u in het minst niet tot ontwikkegekomen, ook al waart ge nu twintig of dertig
ling zijn
jaar oud.
Zou bloeien,
die geloofskiem in u ontkiemen, wassen en opdan moest ge in aanraking blijven met die
kerk van Christus, die u doopte; dan moest ge bekend en moest ge aldus gemaakt met Gods heilig Woord op uw //belijdenis" worden voorbereid. Niet, dit verstaat ge toch, alsof die uitwendige toeooit het geloof in u tot ontwikrusting, zonder meer keling kon brengen, o, Neen. Indien God de Heilige Geest niet inwendig die geloofskiem dijen en zwellen doet, en inwendig met goddelijke kracht sterkt en ste;
,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's
![Voor een distel een mirt - pagina 157](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voor-een-distel-een-mirt/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's