Locus de Consummatione Saeculi - pagina 461
College-dictaat van een der studenten
12tt
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). geslacht
schelijk
geheel
;
niet
is
aggregaat van menschen, maar één organisch de Schepping van Eva, in twee groepen gescheiden,
een
dat. gelijk het door
een terrein gewon, dat bij successie van tijd kon worden afgeloopen, zoo ook in Adam inzat het geheele organische wezen van het menschelijk geslacht
en
dat
aller
het
hoofd
geheele menschelijk geslacht aansprakelijk staat voor ivat
Adam
als
en representant deed en dat erfschuld niet op ons rust tengevolge
van erfzonde, alsof de zonde iets stoffelijks ware^ dat van vader op kind ovei'erfelijk zou zijn, gelijk de Roomschen en Lutherschen leeren (Traducianisme), maar dat het de erfschuld is, waarin we voor God staan, waaruit voor ons de erfzonde ontstaat. Een goed Gereformeerde zegt, dat een moordenaar geen vrijen wil heeft om op het oogenblik den moord te begaan of te laten, maar dat alle deze zondige resultaten, die op hem saamwerken, opkomen uit den wortel, uit de primordiale zonde zijn voortgevloeid en dat elk moordenaar krachtens de erfschuld de aansprakelijkheid draagt voor die op
hem
al
de booze factoren,
inwerken.
De
Geref. belijdenis
1".
de erkenning van sociologische en afavistische invloeden, die
van erfschuld
als
oorzaak van erfzonde mainteneert: oj)
den schuldige
inwerken.
2^ de schidd des schuldigen voor God en mensch. Thans rest ons nog in hoofdtrekken aan te geven, hoe de juridische faculteit inzinkt en alle rechtsbegrip verliest, indien zij buiten de bijzondere openbaring om drijven wil op de mensch el ijk e rede of rechtspraktijk. Nu kan de belijdenis van de erfschuld nooit uit de natuur of de rede worden aangetoond of ook maar gegist. Staat men op 't standpunt van natuur en rede, dan is men of Pelagianist of atavist; een standpunt, waarop men alleen practische feiten erkennen, maar ze noch begrijpen noch verklaren kan. Dit laatste alleen kan men doen, wanneer men zich
stelt
op
't
standpunt
der Geref. belijdenis, hetwelk door die belijdenis
maar uit de bijzondere Openbaring van Gods Woord. Daarom moeten wij op het gebied van het recht voorzichtig zijn en niet denken, dat het Geref. standpunt hierin bestaat, dat men bij enkele bepalingen hier en daar in de Schrift naslaat of er bij Israël niet dergelijke bestonden, maar dat men op den wortel van het recht terug gaat dat men nagaat, hoe het besef en begrip van recht buiten de openbaring niet bestaan kan, en dat men daarbuiten of komt tot de Pelagiaansche theorie, die op de praktijk stuit of wel, rekent men met de inwerkende factoren, moet uitloopen op de Pantheïstische voorstelling, die langs den weg van atavisme en sociologie er toe leiden moet om alle l^egrip van schuld en recht op te niet
is
geput
uit
de
rede
of de natuur,
;
hefl'en.
9
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's