Locus de Consummatione Saeculi - pagina 310
College-dictaat van een der studenten
308 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). geval geeft het dus ons begrip van „eeuwig" weer: het komt ook in de eerste beteekenis voor. Doch geen grens van een dubbel gebruik woord dit dus heeft Zoo a. voor een onbekend verleden of eene onbekende toekomst; b. v. „eeuwig" is Kanaan; b. daar, waar geen grens van tijd meer is. Dit maakt, dat „ölam" nooit toelaat te beslissen, wat bedoeld is. Als er dan ook staat: „meeölam ad ölam", dan wil dat zeggen: „van een onberekenbaar
Alleen
in
het laatste tijd.
:
verleden tot eene onberekenbare toekomst." De voorstanders der conditioneele onsterfelijkheid hebben derhalve als 2.
beweren, dat het woord „eeuwig" niets li^: duur, stam "11^ eigenlijk „wandelen"
zij
gelijk,
beslist. ;
er zit dus in het begrip
een proces; het wordt dan ook gebruikt voor datgene, waarvan
men
van geen
gefixeerd begin of einde heeft. 3.
nï3
:
glinstering en dat
stering ziet, terwijl
Metterdaad
aan
ligt
men
wel aldus, dat
niet
men
op den achtergrond eene glin-
meer kan onderscheiden. woorden opgesloten, dat
alzoo in geen dezer
er „geen einde"
is.
Het Nieuw Testamentische woord alwviog, dat ook door ons „eeuwig" wordt weergegeven, beteekent op zichzelf genomen ook nog volstrekt niet „eeuwig" in den zin, dien wij aan dit woord hechten; alcóv beduidt ook: tijd, eeuw, bedeeling enz. Bovendien Jezus en zijne apostelen gebruikten het in verband met „ölam, netsach enz.", want ze spraken Arameesch. Hierop dient bij de lezing van het Nieuwe Testament wel gelet. Waar derhalve de beteekenis dezer woorden dubieus is, zoo rijst de vraag of er dan in de Schrift ook andere, nadere bepalingen voorkomen, die de, bestaande moeielijkheid oplossen? En dan is ons antwoord: ongetwijfeld bezitten we die, Jes. 6*^ 24. Hier komt het woord „ölam" of eenige andere dergelijke uitdrukking niet voor, maar wordt "het begrip van het eeuwige uitgedrukt door :
een negatief begrip: er is sprake van „een worm, die niet zal sterven" en „een vuur, dat niet zal uitgebluscht worden." Daniel 12 2. Op deze plaats heeft „ölam" eene nadere bepaling; want parallellistisch staan hier tegenover elkaar de uitdrukkingen Jen eemvigen leven" en „tot eeuivige afgjijsing." „Eeuwig" moet hier dus beteekenen „lang:
durend", doch dan zou er ook gesproken moeten worden van „een langdurend leven"; of „ecuwig" wil zeggen: „voortdurend zonder grens", maar Ook de bedoelde dan is ook de afgrijzing, het verderf zonder einde.
—
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's