Locus de Consummatione Saeculi - pagina 487

155

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). Ditzelfde geldt

van heer en knecht. Dan bestaat er gezag, omdat de een aan

den ander

gebieden kan.

iets

God souverein gezag over personen en volkeren, d. w. z. van den mensch, Heere zich als ,JV stelt tegenover het dat ook God de en dat, wanneer die twee ikken door de verkeerdheid van den mensch in botsing geraken, God als Souverein het gezag heeft om het „i/c" van den mensch voor zijn gezag te doen buigen en dat het „/^•" van den mensch verplicht is zich te onderwerpen en daarnaar te schikken. Gezag in engeren zin wordt dus geboren, waar er sprake is van personen, die in hun uitingen onder de macht en heerschappijj van anderen staan. In dien engeren zin is God de Souverein, de Koning der koningen en wordt Hij in 't bijzonder „de Heere" genoemd. Niet zoozeer in den naam „God" maar in „het Heere, Heere Zijn" spreekt zich de souvereiniteit in engeren zin uit. Dat dit zoo is, merkt men op in die kringen, waar nog wel een geloof aan God bestaat, maar er niet mee gerekend wordt. Men spreekt dan van het Opperste AVezen en van de Goddelijke Voorzienigheid; de naam „Heere" echter wordt In dien zin oefent

.,//1;''

gehoord.

niet

er

Terwijl

in

kringen,

waar de mensch God

kent,

waar des

eeuwige Ik ontdekt is en tot de kennisse Gods doorgedrongen, de drang bestaat om Hem als „Heere" te doen optreden en van Hem als „Heere te spreken. In die nomenclatuur openbaart zich juist het enger begrip van souvereiniteit. Zoo v^fordtdo^ „Heer der heir scharen 2,G\\0QYa(\, voor zoover Hij als Heere tegenover de engelen met souverein gezag optredend, dit uitoefent. Heer der Heeren d. w. z. de Opperheer van alle heeren,

menschen

op

die

„ik" tegenover het

gezag uitoefenen.

aarde

De naam „Jehova"

is

in

door „Heere" vertaald en dit volstrekt niet ten onrechte, dat Heere op zich zelf niet beteekent Jehova

d.

w.

z.

de Statenvertaling

al

moet toegegeven,

„Ik zal

zijn, die

Ik zijn

want metterdaad ligt in den naam Jehova het gezag en de souvereiniteit Gods uitgesproken, omdat hij de speciale openbaring van God te kennen geeft aan diegenen, bij wie het „Ik" van God zich als absoluut „Ik" tegenover het relatieve „ik" van den mensch gesteld heeft. Thans zijn we gekomen tot een geheel andere vraag, nml. of er buiten Gods souvereiniteit om souvereiniteit van mensch over mensch bestaan kan? Daarop luidt 't antwoord e negativo. Dat kan niet.

zal"

;

Waarom l*^.

niet?

In

de

eerste

plaats, omdat,

wanneer men

souvereiniteit over

iemand

zal

door een ander een gelijke of nog hoogere souvereiniteit over hem uitgeoefend moet worden. Het is volgens de grondwet gewoonte, dat iemand, wanneer hij een ridderuitoefenen,

orde

van

er

niet tegelijkertijd

een buitenlandschen vorst ontvangt, vergunning moet hebben van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen