Locus de Consummatione Saeculi - pagina 303

301

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).

van dat rad door ophoudende menschen. Dat deed God de Heere niet bij de gevallen engelen; die zijn onmiddellijlv: duivelen geworden; liun woning is altijd in de hel. Zij kunnen van daaruit wel werkingen doen, maar hunne woonstede is toch in de hel. Bij de uitverkotrnen daarentegen, zet God de Heere dat rad weer om, weer naar rechts. rad;

dat

in

stuitte de afwinding, liet afloopen

genade; en dat

Maar,

het

kwam

begrip

ten goede aan

laat

niet

toe,

alle

dat het daarbij blijve. Die toestand

bij

de

God het rad tegenhoudt, kati niet duurzaam zijn. God zetten, of zijne hand eens terugtrekken. De Schrift gaat bij

niet-uitverkorenen, dat

moet

of het rad recht

alles theologisch te

niet

werk. Zoolang als er nog eene

komen; maar houdt ook

die ênoxTi op,

tnoxri is,

dan komt het

kan hettfZosnog

rélos beslist. Blijft

in den verkeerden weg draaien, komt het niet in den goeden weg, dan trekt God eindelijk zijne hand terug en dan gaat het rad onzer geboorte al meer in de richting der zonde, het gaat zijn eigen werking vervullen en het ztXog is dan bereikt, als het zijne absolute rust gevonden heeft in het abso-

het rad

;

lute kivaad.

Dit

is

de

voorstelling, 1**.

logische

maar

consequentie

van den val in zonde. Dit

is

dus niet eene

het begrip:

er is eene stuiting;

moet eens een einde nemen. Daarnaast staat de voorstelling, die de Heilige Schrift ons geeft. Eerst moet echter het begrip vaststaan, namelijk, dat de rampzaligheid noodwendig zit, opgesloten ligt in het feit van de zonde zelf, als er geen wedergeboorte plaats heeft. Er moet een consummatio peccati et interitus zijn. Wat ons dus in de Heilige Schrift aangaande de rampzaligheid gezegd wordt, is eenvoudig de logische consequentie, die uit onze schepping en onzen val in zonde volgt. Op die dvdyKr] komt het aan en moet altijd worden gewezen. 2. De voorstelling der zaak naar de Schrift. Deze is tot op zekere hoogte reeds in het voorafgaande behandeLd, voor zooverre namelijk is aangetoond, dat de verlorenen, die sterven, eerst in eenen voorloopigen toestand van rampzaligheid verkeeren; daarna eenmaal weer op de aarde zullen terugkeeren, hun lichaam zullen hernemen, opstaan uit de dooden, in het laatste oordeel zullen komen en hun vonnis zullen ontvangen, gepaard met de innerlijke overtuiging des Heiligen Geestes, die het vonnis als billijk erkennen doet. Maar, als nu dat oordeel is afgeloopen en dus de separatie der goddeloozen van den stamboom der menschheid is ingetreden, wat zal dan verder de existentie en het lot dier afgesnedenen zijn? De Schrift verbindt dit aan den naam yéewa, een Grieksch woord, dat 2^. die stuiting

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen