Locus de Consummatione Saeculi - pagina 526

194

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).

zonen van Zebedeüs (Matth. 20 vs. 21), en daarom is deze opvatting omdat zij het symbolische en typische voor het reëele houdt.

cliilias-

tisch,

Jezus nu j^rotesieert hiertegen en

Raad

zegt,

dat Zvjn koninkrijk zijn oorsprong heeft

was van den troon van David, die in Zerabbabel schijnbaar opgeleefd, daarna weder ten ondergegaan was, zoodat Herodes sleclits een schijnkoning was en de Komeinen onwettig door overmacht hunne heerschappij oefenden, dan zou Hij een leger gehad hebben, zouden Zijne jongeren als soldaten hebben gestreden en alle pogingen in 't werk gesteld zijn om de Romeinen te verdrijven, In dit licht beschouwd vatten wij het conflict van Petrus in G-ethsemane. Vs. 37. Pilatus vraagt aan Christus: zvjt gij dan een koning? Jezus zegt nu niet ho^ai maar cv Uysig, öVi ^aadsvg eifii. Hij is niet eerst koning na Zijn verheerlijking aan de rechterhand des Vaders, maar Koning is Hij krachtens de Constitutio Mediatoris, dus vóór Zijn ontvangenis en geboorte en als koning bezat Hij reeds gezag onder het Oude Verbond. In de tweede plaats zegt Christus, dat Hij juist daartoe in deze wereld is gekomen, om het koninkrijk, dat Hij krachtens de Constitutio Mediatoris bezit te realiseeren. Hoe wordt dit nu door Jezus gequalificeerd? Antw. als hierin bestaande, dat Hij iLccQxvQriGBi Tfj alri^sia, en dat allen, die zijne stem hooren, zijne onderdanen in den

Gods, in de Constitutio Mediatoris. Indien Hij erfgenaam

zijn, TTag ö lov tH rtjg &lr}&siag ayiov^L fiov rrjg qjcovfjg;

qui dicto audiontes SUnt.

De

woorden êXrjXvd-cc slg tbv ^óa^iov slaan op de verklaring ^(xadsvg slai. Wie de stem des konings hooren, hem gehoorzamen, zijn zijne onderdanen. De geloovigen worden hier alleen als Christus' onderdanen gegeven, omdat zij uit de waarheid zijn, d. w. z. zij keeren aan de leugen, rj'svdog, waarin 't bestand dezer wereld ligt, den rug toe. Op het kruis van Christus stond §o:6ilsvg rmv lovSalav. In symbolischen zin is dit waar als de proclamatie van het koningschap van Christus, maar Pilatus bedoelde er mee, dat Christus krachtens zijn afstamming uit David als kroonpretendent was opgetreden. Als landvoogd veroordeelde Pilatus Christus dan ook ter dood als een pretendent van den troon, die in botsing was gekomen met de keizerlijke autoriteit. Daardoor werd het vonnis geverifieerd en gesanctioneerd. Het antwoord van Jezus moet dus goed gevat. Christus zelf begreep, dat dit de quaestie was, en zegt daarom, dat Hij geen pretendent is, want Zijne onderdanen zijn niet de Joden, maar allen, die zich aan het getuigenis der waarheid onderwerpen. b.

Luc. 17 VS. 20, 21.

Hier geeft

Christus eene positiexe verklaring omtrent den aard van Zijn

koninkrijk en wel antithetisch en thetisch, hoe het niet en hoe het wel tlietisch n.l. ovy.iisraTtc<QCirriQi]6eu)g; n.l.

H'vlig

i'iitov

tnriv.

men

zal niet

zeggen

:

iSov otSs

?)

^hs/';

is.

Anti-

tlietisch

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen