Voor een distel een mirt - pagina 133
IX.
il
„ffipdat
mijne
DE DEIE VRAGEN Zoo
&etafe.^
gefoften
DEN
BIJ
zal ik
DOOP.
H.
uwen naam psalmzingen
opdat eeuwigheid tale, dag bij dag. ;
ik
Psalm 61
De Doop van onze kinderkens
in
mijne geloften be:
9,
gaat verzeld van de
aflegging eener gelofte. Eer ge toch met uw kindeke tot den heiligen Doop wordt toegelaten, worden u in het midden der gemeente, voor Gods aangezicht, drie vragen van het hoogste ge-
wicht gedaan. Eerst wordt u gevraagd, want dat moet de kerk wehoedanig ge het kindeke beschouwt, dat ge ten Doop komt brengen. Dan wordt u in de tweede plaats En ten gevraagd, hoe ge zelf met uw geloof staat. slotte wordt u de belofte afgevergd, dat ge uw kindeke bij het opgroeien, zult opleiden in de zuivere belijdenis. Drie gewichtige stukken dus, waarin een ongelooflijke rijkdom van gedachten ligt opgesloten en toch waarin ten, als
;
niets
meer gevraagd wordt dan hetgeen
strikt
noodig
bij
den Doop
is.
Immers alle drie deze vragen doelen eenvoudig op hetgeen ge doen zult met uw gedoopt kindeke.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's