Maranatha - pagina 14
rede ter inleiding van de deputaten-vergadering gehouden te Utrecht op 12 Mei 1891
14
dan houd ik de kleine zuivering die plaats greep ten deele wel voor gezond; en verheug er mij in, dat juist de mannen vun beteekenis en dege studie, van energie en karakter, heel het land door, onder hooge en onder lage standen, niet slechts eenparig op onze zijde
maar zich veeleer nóg nauwer aan ons volk aansloten. dan betreur ik daarom wel het afdeinzen van wie toch eigen-
bleven,
En
ons hoorde, maar geldt ook hier voor mij het: „Zij
lijk
bij
niet
wat ze
aan
een
Want
doen".
hun stem
Liberalist
geven,
te
feitelijk,
worsteling, een stem uitbrengen %e^M hun Jleere.
weder, mannenbroeders
voor
!
hun
roej) ik
dooden verrijzen
uit de
En daarom
wie, als eens de
om,
zal,
in onze nationale :
Keert
Laat het Maranatha ook
toe.
Want immers
den doorslag geven.
u
wederkomt,
iveten
neen, ze verstaan het niet, hoe ze door
Heere
een gekochte door
als
het bloed des Lams, te staan op den berg des Heeren, die moet ook nu, terwijl
nog onder de levenden
hij
land, de Banier zijns
En ons,
zoo bid
Want
het
is
zoo, terwijl de partijen der Revolutie eenparig
wederkomst des Heeren, zoo
reeren,
ons:
belijden
itVan
ook
jtoaar
hij
onze
loederkomen
Het Maranatha
ook
ligt
bij
hen
al niet bespotten,
om
zal,
leeft
ook
te
bij
oordeelen
de
levenden
hen. Ja, wat meer zegt,
dat Maranatha dezelfde achtergrond van
achter
overtuigingen en van feiten.
macht ook op aarde
dan toch igno-
Roomsch-Katholieke landgenooteii met
en de dooden".
alle
tot in den dood."
maar dan behooren ook de Roomsch-Katolieken bij ik u, dat gij u wacht voor een zoo overijlde gevolg-
zegt ge,
trekking.
de
in hart en huis ea vader-
is,
Heeren aankleven „getrouw
uit
en wij erkennen, dat
Zij
God
en gegrond
vloeit,
is
alle
gezag en
in het feit der
Schepping. Ze belijden met ons, dat God de Heere ook voor het staat-
kundig leven der volkeren op buitengewone wijze
zijn wil
heeft, en dat diensvolgens vorst
Aville
zijn.
Ze zeggen, wat
wereld
gezonden
gij zegt,
heeft,
en volk aan dien
dat deze
en hem,
God
als
zijn
dat deze van
God
gezalfde
en
En
Koning nu
Gods; van dien Troon der Majesteit het regelt;
eeniggeboren Zoon in de
loon voor zijn kruis, de Mid-
delaarskroon op het hoofd heeft gedrukt. ais gij,
geopenbaard
Gods gebonden
óók ze betuigen even zit
lot der
aan de rechterhand volkeren en Staten
eens in het einde der dagen weder zal komen,
om
alle
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 24 Pagina's