Locus de Consummatione Saeculi - pagina 82
College-dictaat van een der studenten
80 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). dat
zij
zeggen, dat de loutering, op aarde begonnen, ook na het sterven voort-
Dit zou men nu nog kunnen zeggen, zonder dat daarin het vagevuur Het was dan ook paraenetisch genomen. Eerst Origenes heeft aan dat geestelijk ignis van binnen een zeker mystiek karakter toegekend en leerde, dat dat igniis mysticus' niet vóór de eeuwige zaligheid wegging. Hij vergeleek het dan ook met wat Jacobus zegt over de tong, welke is als een vuur en het rad onzer geboorte ontsteekt en ontstoken wordt van de hel (Jac. 3:6) en beriep zich zelfs op alle apostelen, als die dat innerlijke vuur zouden hebben gekend. De uitdrukking „branden op het geweten", die in onze volkstaal bewaard bleef, komt hiervan. Doch in die eerste periode bleef het een innerlyjk vuur, hoewel ook na den dood brandende, met louterende kracht, beperkt tot de werking in de conscientie, strekkende om ons zóó te louteren, dat we eenmaal geschikt waren om de eeuwige heerlijkheid te kunnen ingaan. (Cyprianus, de beide Gregorii duurt.
zat.
e.
a.
groote kerkvaders.)
hierin verandering. AugusHnus trad na de Oostersche kerkvaders op het tooneel in den tijd, dat de kerk hevig door het Manichaeïsme werd aangevallen en voor een groot deel beheerschte. Het was een bange strijd. Dat Manichaeïsme werd eene geestelijke macht in de wereld door zijn senti-
De Manichaeën brachten
die speculeerde op de graven en wat daarmede in verband staat en dat vooral bij de vrouwen. Het maakte ontzettend groote vorderingen en deed eene eschatologie doordringen, volgens welke de electi na hun dood direct werden gedragen naar de zon, het rijk des lichts en der heerlijkheid; maar de overigen of ten kwade gingen of ten goede door eerst te komen in een
mentaliteit,
in een louterend vuur Deze voorstelling leidde reeds
tusschenstation, proces.
.
ter voortzetting in de
van hun zuiverings-
Manichaeïsche kerk tot
allerlei
voorbiddingen voor de afgestorvenen, die niet-electi waren. Dit greep aan en deed, vooral in dagen van rouw, aan het Manichaeïsme ingang vinden in huis en hart. De Westersche kerk nu moest om ook op dit punt voldoenden weerstand te bieden aan de dwaling, voldoening zoeken te schenken aan die aspiratie hart. Vandaar, dat we bij AugusHnus dezelfde voorstelling vinden alsvan de Gregorii, Basilius e. a. evenwel met deze wijziging, dat hij de mogelijkheid aanvaardt van het bestaan niet alleen eener geestelijke branding of loutering in de conscientie, maar ook van een opleggen van bepaalde straffen
van het menschelijk
ter
voldoening der zonden; dus niet alleen een louteringsproces na den dood,
maar ook een satisfactie-proces. Toch was het nog niet Augustinus, maar die
op
de
lijn
der
noodzakelijke
eerst
paus Gregorius de
groote,
ontwikkeling van deze gedachte tot eene
bepaalde theorie, de bepaalde idéé van het vagevuur
kwam.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's