Locus de Consummatione Saeculi - pagina 155
College-dictaat van een der studenten
153
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). hierin
xa
KvanecpaXat-cóaaaQ'cii
>Schepping
h
navta
Xqksto)
ra»
d.
i.
weei' alle dingen der
hun oorspronkelijk organisch verband saam
in
vatten en te
te
zetten onder één Hoofd; Christus. Col.
1
27.
26,
:
genade
2
Tim.
1
:
9,
10. Dit is
maar voor
niet voor één,
heeft,
universeel, niet particularistisch
zij
van Gods genade,
de rijkdom
niovxog,
ó
altoos, dat Clod veel
dat
alle
beteekent
volken; dat
is.
de doorgaande leer van Paulus, den universahstischen
apostel, die staat tegenover het particularistisch gevoelen der Joodsche christenen.
En zonder nu bepaald van het duidelijkst en het breedst
dat
iivaTriqiov
omschreven
gev^ag te maken, wordt
dit feit
in:
wat het doel van Christus' optretwee deelen ot (langav, de den lieidenen en uC èyyvg, de Joden. De f'x^ga tusschen deze twee moet opgeheven en zij samen moeten één gemaakt worden, zij moeten worden één nieuwe Efeze 2
:
was,
mensch
De
15,
16, 17.
dan
en
De
{avQ-Qwnog), niet
01 (icc'XQdv
gaan
apostel zegt hier,
onderscheidt
hij
een Jood,
hier duidelijk
èv évl cwnazi'
:
en zóó komt de vrede.
zelfs voorop.
En dan
vs. 18 ot diKfórsQoi. hebben de ngooayayri tot den Vader èv tvinvsviiazL. Derhalve vs. 19, gij zijt nu niet meer proselieten maar övjunoUTai heidenen en Joden zijn samen burgers van één burgerstaat, huisgenooten van één huisgezin namelijk dat van den Vader, die in de hemelen is. En dat huis rust niet op een Joodschen hoeksteen, het heil steunt niet op Joodsche afkomst of ;
maar vs. 20 s.s. op het fondament van apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus de hoeksteen is. Vroeger waren die heidenen, naar luid van vs. 11 en 12 „voorhuid" genaamd; zonder Christus; vervreemd van het burgerschap Israëls enz., maar nu is de itsaótiixo? geslecht en allen gaan saam in het huis Gods. Elders noemt Paulus dit, datm Christus is noch Jood, noch Griek. Metterdaad wordt dus door de apostolische openbaring alle twijfel opgeheven en we mogen noch kunnen anders zeggen, dan dat de engere, versmalde bedding van het genadeleven in de Israëlietische bedeeling een tijdelijk karakter droeg; dat de stroom versmald was uit het universeele tot het particularistische om daarna weer in het universeele terug te keeren. 8. Nu keeren we terug tot het Oude Testament. Het eerste teeken, dat de genade in de versmalde bedding is ingevloeid, dat het heil op de afstamming
iets dergelijks,
uit
Abraham
Exodus zeggen, niet:
3.
als
„Ik
openbaring,
is
zij
we
geworpen, vinden
Op Mozes' vraag
tot
mij zeggen, hoe
ben de
maar
„el
vs.
in
God
is
in den
zijn
naam
(vs.
13),
schaddai" of eljoon", want dat 15 „de Heere, de
zal ik tot hen antwoordt de Heere
braambosch „wat ?"
God uwer
is
de universalistische
vaderen, de
God van Abra-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
![Locus de Consummatione Saeculi - pagina 155](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/locus-de-consummatione-saeculi/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's