Locus de Consummatione Saeculi - pagina 307

305 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). waböhii"

het „töhu

in

den

eind

het

die uitdrukkingen ivillen

;

%6a^os

tot-

dus zeggen^ dat hetgeen organiseerend

één heerlijk, harmonisch geheel zal maken,

daar disharmonisch

yhvva. juist zal ontbreken, dat het

aan de

zal zyjn.

wordt ook aangeduid door andere benamingen, die deze plaats in de t. iv. rdQraQos en aBvaaog, hoewel met eenigszins gewijzigde

Ditzelfde

Heilige Schrift draagt beteekenis.

résvva eerst

immers,

is

i^lek,

die

aan

daarentegen .geven

het

begrij)

van eene onheilige

die actief ox>treedt.

Daarom jilaats

de afleiding ran dit ivoord bleek, een

uit

later ontwijd en onrein loerd.

a^vaaog

en

TuQzccQog

macht,

zooa.ls

maar

goed was,

inorden

zijne

Die verblijfplaats van het jyaard

evenals

woorden dan ook meest gebruikt om de daemonen aan te duiden. Satan nu staat zelf met Satan in verband en

deze laatste

van Satan en

de

kracht

den

ra^i

verblijf-

contact

rerdiibbelt en de ruiter sterk

ruiter

;

is,

als hij zijn iJaard berijdt.

wordt toch

Intusschen

genaamd. Zoo Jac.

3

a§vG6og

:

in

diezelfde

ook

ci§vaaog

loel

naam van yèswa

met den

b. v.

6. Hier immers lezen lue yéswa, hunne daemonische werking. Dit is

terwijl bedoeld is de zagragog, de

eene hoogst

merkwaardige

plaats.

wordt gezegd, dat de rgoxog rf/g ysvèasag een aandrift, een aandrang ontvangt, dat het rad der geboorte onder daemonische invloeden staat: cployi^ofièvrj vno xrjg yeévvrjg. De Schrift leert gedurig, dat uit die yéawa voortdurend daemonen opko'Er

men om

hier

in Jac. 3

:

nische

op

6 wordt

krachten,

aarde kwaad te doen, rerwoestifig aan te richten. Doch hier iets anders gezegd en bedoeld. Er is hier sprake van daemo-

die

uit

de

hel

op

ons

werken.

De

zagtagog

is

het oUrizriQiov

en de eigen werkp)laats van Satan, tvaar hij de krachten smeedt, die ter vejxlerving uitgaan.

Apoc. 20

Judas 4.

:

:

6.

1

— 8. De

Hier .staat, dat de duivelen

zelf in

den

cï^vaaog geuiorpen

worden.

gevallen engelen ivorden in den zügzagog bewaard.

De toestand van

die yéswa.

Allereerst leert de Schrift, dat het

is

de Q-avazog Sevrsgog, de

mors absoluta

et

waaruit geene opstanding meer volgen kan. Zie Apöc. 2 : 11, 20 : 6, 14 en 15, 21 : 8 e^iz. Wanneer er sprake is van een descensus van Christus „een nederdaling ter helle", dan moet ivel degelijk aan dezen tweeden, dezen eeuwigen dood gedacht, dien Hij gesmaakt en voor ons uitgedronken heeft. Bij ons menschelijk leven behoort de gemeenschap met God, met de wereldorde, met het licht, met het goede, met het ynenschelijke 07yanisme, met de leden van lui licliaa^n van Christus, enz. Maar deze ^avazog is een gescheiden zijn van 20 finaiis,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen