Locus de Consummatione Saeculi - pagina 445
College-dictaat van een der studenten
113
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
hoe het daar is, dan vmdt men bij hen te midden van het „Schönes Leben" een lütwendigen vorm, die nog aan den nationalen godsdienst verbonden is, alles doortrokken van een dienst van verschillende goden en godinnen, die in
van Griekenland als nationale goden en godinnen vereerd evenwel ziet men in de Grieksche wereld de philosophie opkomen als de macht der vrvje ontwikkelde mannen om al de nationaal-godsdienstige vormen op zij te werpen en uit eigen geest speculatief niemve voorsteloude plaatsen
de
werden.
lingen
te
Tegelijk
produceeren.
De beide trekken
zijn het, die de literarische faculteit
weer
in de
wereld
heeft zoeken in te drijven: l*'. om tegen de moreel-ascetische levensopvatting van het Christendom de luchthartige en vrije, aesthetische levensbeschouwing der Grieken in de plaats
te stellen; 2.
het
om
meer ontwikkelden, voor professoren, docenten en leerlingen vindiceeren om te breken met een religie, die den vorm van
voor de
recht
te
minder ontwikkelden in de beschaving waarborgt; te denken, dat men daar verre boven verheven is en door eigen speculatie te komen tot een wetenschap; die overeenstemt met eigen neiging en behoeften. Zoo heeft de literarische faculteit veel meer dan de juridische en eerder dan de natuurkundige en medische een vijandige positie tegenover het Christendom ingenomen. Alle kwaad, tegen de theologie en Christelijke religie gebrouwen, ging
van de literarische faculteit. In onze eeuiv iverd dit het iverk van de natuurkundige faculteit, die de Ut. fac. terugdrong. De natuurkundige methode van onderzoek heeft men dan ook op de geestelijke wereld trachten toe te passen om alle geestelijk leven in materialisme te doen ondergaan. Toen dit evenwel niet gelukte, werd er een uit
en natimrk. fac. tusschen het materieele en dit? Niets anders, dan de poging om de tegenstelling tusschen lichaam en geest op te heffen, ze te vereenigen in het van het Pantheïsme, Dit is de „geistleibliche" en zoo te komen op de lijn noodzakelijke vrucht van de worsteling tusschen literarische en natuurkundige
huivelijk
het
gesloten tusschen de
spiritueele
faculteit
Ut.
streven en wat
was
nml. de oplossing in een hoogere identiteit van de macht der natuur
met die van den geest. Hoe moeten we ons daar tegenover vraag stellen de faculteit
we is
stellen?
Bij
het antwoord op deze
onmiddellijk op den voorgrond, dat de philologische faculteit van den menschelijken logos, d. w. z. van een goddelijken
logos, gelijk die in
overeenstemming, kennen kan.
den mensch werkt en in den kosmos, en wel in zoodanige logos in den mensch den logos uit den kosmos
dat de
8
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's