GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 584

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 584

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXXVI. HOOFDSTUK

ZOND.

586 Natuurlijk heeft

Adam

II.

gebod in dien vorm niet gekend. De Verbonds-

dit

naam Jehoücih is van veel later dagteekening. Maar Adams ziel ingeplant de juiste betrekking waarin hij moest tegenover de kennisse van

staan

was daarom in wezen

v^^el

als geestelijk

God, voor zoover deze zich

zijn

openbaarde. Doel van het aanzijn in het Paradijs was: opdat

grond

recht kennen, en op dien

Adam

levensdrang sprak dus

God

zijn

God

deze

het niet

de

moest

menschelijke

de

tot

droeg de

Naam was

Van

Naam

na

te

omhelzen,

uit te spreken.

maar de zondaar,

creatuur,

in

den Vader-naam

bij zijn

de volle zuivere

Maar na den

om

Nu

te

val

was wenden

toch

die zich

in den Jehovah-

kennisse van den Ontfermeruit

zijn

dat oogenblik af ontstond dus de bijzondere Openbaring;

en

des Heeren een bijzonder karakter

om

plichting voor den zondaar, ijver

om

zich beijveren moest,

kennisse van Gods barmhartigheden,

uaam, en straks te spreken.

niet onverschillig

hij

verplichting een gewijzigd karakter.

heilige

God

ontvangen, voor zoover het God beliefde die

te

openbaren, en ze dus in een erlangde

zijn

van harte liefhebben zou. In den eigen

het gebod, dat

mocht gaan, maar

voorbij

kennisse van

Hem

hij

speuren,

ze

in

ontstond de ver-

deze bijzondere openbaring zijns Gods

zich

op

nemen, haar

te

en den aldus gekenden God aan

te

in

roepen

met

het geloof te bij

zijn

heili-

gen Naam. Geboden wordt dus in zegt

:

Hem

Verboden daarentegen

zijn

om

laten liggen van heilige

derde Gebod, dat wij, gelijk de Catechismus

recht kennen en erkennen zullen, en

en gebed, en prijzen in

tig

dit

onze woorden en werken.

al

is in

Gods

Openbaring,

Hem aanroepen in lofzang

gebod:

dit

heilige

lo.

Openbaring; en

die niet strekt

en hooghar-

alle onverschillig

om Hem

20.

alle

bemoeiing met

te verheerlijken,

maar

ze te misbruiken voor een onheilig doel.

TWEEDE HOOFDSTUK. Toen

lasterde de

uitdrukkelijk den

ten

was

zij

hem

xoon der Israëlietische vrouw

NAAM,

tot Mozes.

Selomith,

de

en vloekte daarom brach;

De naam nu

dochter van

zijner

Dibri,

moeder

van den

stam Dan. Lev. 24:

Neemt ge het derde Gebod dan

af,

door welk bepaald

als artikel

feit dit

11.

van een strafwet, en vraagt ge u

gebod overtreden wordt, dan dient ge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 584

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's