E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 574

XXXV. HOOFDSTUK

ZOND.

576 sief

maken, zoodat

te

uit

IV.

deze figuren een persoon sprak,

is

anders dan eigenlijke afbeeldingen van den persoon gelijk

iets

aan het

die

karakter van Paulus en Petrus enz. beantwoordde; maar dit

nog heel

hij

geweest

Van de afbeeldingen van Maria en den Christus geldt natuurlijk hetzelfde. Hoe schoon ook de legende van Veronica zij, een portret, een wezenlijke afbeelding van den Christus, gelijk de discipelen hem gezien heb-

is.

ben,

van Maria

er niet, en

is

wat men ons hiervan

Al

realiteit

komen, maar

niemand een gewaarmerkt

bezit

voorstelt,

zijn

dus beeltenissen die niet

hun oorsprong vinden

die

kender dan een

**

zelf

aan,

om.

u

crucifix. Bij

maar

is

en

blijft

daarom

te stellen.

Uit dien hoofde conclu-

dat er voor deze phantasiebeelden in de kerk geen plaats

we,

ook

bepaalde

bouwen neer

ge-

altoos veel welspre-

een crucifix staat het Christusbeeldje u in den weg,

bij

deeren

de

een eenvoudig kruis vult ge wat ontbreekt

den wezenlijken Christus voor

al

uit

in de voorstelling die de

mannen en vrouwen Gods

onderscheidene kunstenaars zich van deze

vormd hebben. Een enkel Kruis

afbeeldsel.

men

er zich toe,

om

is,

deze beelden eenvoudig in de ge-

zonder dat er eenige vereering aan wierd toege-

te zetten,

bracht.

Maar ook het

laatste geschiedt,

in beeldenstorm heilige toorn,

in onzen

strijd

was

vankelijk alle

^ lieten,

die

in de kerk

kwam,

de

van Christus zorgvuldig

de

kunst

alle

Jieidensch

den

knielde

beelden lei

te

af,

allerlei

groepen zich doopen al

spoedig

maar ook een hoogst De vormen van deze ver-

en het gebruik van beelden, in.

men

zelfs al stuitender. Niet alleen toch dat

en tot de beelden bad, maar

om

gebruik van beelden en dus

waren gebleven, drong

afkeuringswaardige vereering der beelden eering werden

Aan-

gemeden, maar toen de kerk tot

weelde insloop, en

hun hart nog

in

alleen

niet

hiertegen dat zich tweemaal

tegen Spanje, vooral in Antwerpen en Vlaanderen.

beeldenvereering

heerschappij

X

is

Eerst in de bange eeuw die tusschen 726 en 842 verliep; en later

heeft.

ook

en het

vermengd met ruwe gemeenheid, gekeerd

men krabde soms

ze in den wijn voor het heilig

het Avondmaalsbrood

voor de beel-

eerst op de beelden,

Avondmaal

om

te

verf van de

mengen, en

het als uit hun hand

ontvangen. Daar nu de Islam was opgekomen, en door

zijn bestrijding

van alle gebruik van beelden zedelijken indruk maakte, ontstond er vooral te

Constantinopel een sterke reactie tegen deze beeldendienst, die kei-

zer Leo III bewoog, zeer zeker ook uit politieke reden,

y

om

allen beelden-

dienst te verbieden. Dit verbod gaf het sein tot een bange en ontzettende

worsteling

die

verachters

en

meer dan een eeuw lang de

in Oost en

vereerders der beelden gevoerd

is,

West tusschen de en het

is in

dezen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen