De verflauwing der grenzen - pagina 24
Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit op 20 october 1892
;
22
dierenwereld reeds begint, want, zoo
schrijft hij
:
,,Mit
derselben
Nothwendigkeit, mit der sich nach der Darwinschen Theorie die eine Thierart aus der andern entwickelt. erzeuQft sich aus
einem Rechtszweck der andere"
8i).
En dan voegt
hij
dem
er ge-
„Das Recht kennt eben so in pantheïstischen toon bij wenig Sprünge wie die Natur, erst muss das Vorhergehende dasein, bevor das löhere, natuurlijk door Evolutie, nachfolgen
heel
:
1
kann"
God
82).
loochent
Zweck dat hem
God
wusten
zoo
theïsten,
af
83). dit
is
hem onbekende
maar
De
84).
het absolute, door terecht,
het
eerst
is
in
juist
veroordeeld
om
dit
„in
nog aan eeuwige vasthouden
En waar
85).
elk
volgens Ihering
door de Evolutie van het recht
wordt
hem
zich
hij
hij
nu,
aan en
protesteert tegen de scheiding die het recht van zijn basis
zedelijke zedelijk
Het rechtsgevoel
Christelijke Ethica, die
vasthoudt,
beginselen
van wier gezag
grootheid,
niet ingeschapen,
niet, zelfs leidt hij
Maar gelijk bij alle evolutionistische ook bij hem niets dan een X voor die
concreet geval ontslaat.
uns erzeugt"
daarom wel
hij
verklaart, in zijn voorrede, uit een be-
alles
en
afrukt,
dies
hij
hem ook
leven naspeurt, wordt
de wording van het
zelf
dat zedelijk leven uit
Zweck gegenereerd; ook hier dus weer het proces van En als ge hem nu vraagt, wie het subject van dit Zweck is, wie het alzoo stelt en het realiseert, dan wordt feitelijk het Theïsme weer geheel prijsgegeven, en betuigt hij:
het
eindelooze wording.
„Gott des
mcJit der Zwecksubject des Sittlichen;
ist
Sittlichen
ist
daarna nog van
God
gnostieken zin
in
des Sittlichen" gerept wordt, Christelijk
terrein
Want
Gesellschaft" 86).
die
bij
als
van „ein
deze opvatting
reeds geheel verlaten 87).
Zwecksubject natuurlijk, of letzter is
Het
Grund
althans het ideaal
van
den man wordt er in gezocht, ,,dat hij zelf zijn eigen doel zij" en al het andere gering achte, zoodra het den euvelen moed toont,
Michaël
hem
in
dien
Kohlhaas,
heiligen
die,
in
von
tempel
aan
Kleist's
te
stoute
randen
88).
novelle,
zijn
zwaard tegen de maatschappij trekt, wordt geloofd 89). En waar óns geleerd is: „Lijd Hever ongelijk", en Christus in zijn Bergrede uitriep: „Zoo iemand u den rok wil nemen, laat hem ook den mantel", daar wraakt Ihering dit als apathie, als ver-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 104 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 104 Pagina's