E voto Dordraceno - pagina 504
492
ZONDAG
XVII.
HOOFDSTUK
voor heel dat lichaam het denkend, het levend Hoofd is.
alles
IV.
beslissend, het eenig zelf-
En naargelang nu zijn zielsbanden aan dien Immanuël weer inniger gaan trekken, naar die mate wordt dat Hoofd des lichaams hem weer een macht in zijn leven. En al zijn heiliger, inniger, teederder zielsleven maar één uitwerking, om namelijk Christus steeds meer als zijn eenig Hoofd te gevoelen, en onder dat Hoofd zelf al kleiner en volgzamer heeft
worden.
te
Die belijdenis van Christus als zijn Hoofd is dus geen uitwendige vorm of beeldspraak. Neen, het is een zielsproces. Eerst is hij nog tamelijk wel zelf het hoofd, en hij gebruikt den Christus. Maar allengs loopt dat om. Christus wast,
wordt mJnder. En het einde is, dat Christus in alles hij niet meer kan denken, ademen, bidden, ja
hij
Hoofd wordt, en dat
zijn
drinken uit de Fontein en zijn ziele spijzen, dan door dit zijn Hoofd. En naarmate ge nu door de practijk der ziel en den strijd des levens alzoo inniger en waarachtiger onder
van
zijn
lichaam wordt, des
te
uw Hoofd komt
sterker en
en zelf almeer
machtiger wordt
u
ook
lid
de
waarborg dien zijn opstanding u biedt. Hoofd en lichaam zijn één, en kunnen
niet gescheiden worden. Zonder lichaam stierve het Hoofd, en zonder hoofd stierve het lichaam. In beider
onafscheidelijkheid ligt de zekerheid des levens.
der heiligen
zulk
een vast plechtanker.
Daarom
is
de volharding
En hoe ook de aanvechting
u
verschrikke, ooit wezenlijk denken dat ge uit Christus' lichaam weer zoudt
worden uitgesneden, dat kunt ge daarom
niet,
mv
overmits
uitsnijding
het lichaam zelf verminken zou. als kind van God, tegelijk met uw eigen levensbesef dat van het lichaam met het Hoofd van dat lichaam lotgemeen zijt; dat het lichaam het Hoofd volgt. En overmits nu de Christus in zijn verrijzenis volkomen heeft getriomfeerd, zoodat de engelen Hem dienden, de aarde beefde, aan het loome
Ge weet dus
gij
als
lijf
al
lid
het broze ontglipt was, en noch
Rome's heirmacht, noch der Joden
haat, noch des duivels grimmigheid iets tegen
over
al zijn
Hem
vermochten, maar
vijanden triomfeerend, met zijn jongeren
—
kenlijk opvoer in
in
Hij,
zielsgemeenschap,
eeuwige heerlijkheid, nu is het uitgemaakt, dat heel het lichaam Christi, met al zijn leden, denzelfden weg uit moet. Nu het Hoofd triomfeerde, kan het lichaam niet in smaad, noch in gedempte en beperkte
verlossing
blijven
hangen.
En moet
praalde, ook heel het lichaam Christi en al wie
zooals het lid
van
Hoofd zege-
dit
lichaam
is,
zegepralen met Hem.
En daarom de dag komt, komt zekerder dan onze
voet den
bodem
der
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's