E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 278

280

ZOND.

XXXI. HOOFDSTUK

V.

en nogmaals gaaf in den wortel, gelijk God ze eens schiep;

weer verkankeren

sluiting der mogelijkheid, dat ze ooit

Lichaam des Heeren

Dit

„Lichaam des Heeren" van Christus"

rijk

wedergeboren

is

dus op

in

hemelen

ingegaan, daar alleen dat

is

heerscht en geregeei-d wordt. De Koning van het bezig,

om

boren

zijn,

Lichaam

dit

door

gesteld,

één

Koninkrijk

het

en

het

der

Lichaam des Heeren op aarde

is juist niet

dit

openbaart,

is

niet

om

zoo.

zijn

zijn,

en volken.

^

Gods

boven

als

niet te onderscheiden

plan, gelijk de Heilige Schrift ons dit

God heeft de

te voegen.

schepping vast; wat Hij

;

God

ons menschelijk geslacht.

redt, is b.

ivereld liefgehad

v.

alleen uit de Engelsche

maar nu moet het een schare worden uit alle natiën, tongen Vandaar dat we in de Heilige Schrift deze gegevens vinden

10.

Niet door de wedergeboorte,

de

zonde

uit

ons hart en

dood toe blijven steld

den hemel

in de hemelen.

Anders toch konden Gods uitverkorenen natie

in

de millioenen menschen enkele personen uit te

uit

en deze samen

houdt aan

en,

samenleving werd

hemelen zich hier even zuiver

van het Lichaam des Heeren

visschen, <"

buiten de overige menschelijke

dan zou de kerk op aarde volkomen met de kerk

openbaren;

Doch

dien regeert

zonde en contact met de zonde, op een eenzame

alle

de wildernis

zijn;

zijn

is,

van de wereld geheel wierd afgescheiden,

ingelijfd

van

afgesneden in

en wie eenmaal ingelijfd

het plan Gods alzoo geweest, dat wie wedergeboren en in dit

Lichaam werd plek

wedergeboorte

Geest en Woord.

zijn

Ware nu

be-

dus voortdurend

in te lijven; geestelijk door de

en symbolisch door den Doop; hij

rijk is

door de uitverkorenen Gods, die ge-

uit te zetten,

Lichaam

in dit

dit

hemelen" of het „Konink-

tot het „Koninkrijk der

van het Lichaam zelfbewust door de rijkswet van den Koning

deel

.^

en nu staat

deze verhouding, dat alleen wat reeds geboren en

in dit Koninkrijk der

is

uit-

oogenblik deels in den hemel,

dit

en moet deels nog geboren worden;

op de aarde,

deels

met

ja,

zou.

we

in

uit

maar

feitelijk

Tot op onzen

onzen persoon uitgesneden.

ons eigen hart met de zonde kampen en blootge-

aan verleiding en verzoeking.

-^ eerst door onzen dood, worden schelijk leven

wordt

eerst door den dood,

we

2o.

Niet door onze bekeeritig,

feitelijk uit

weggenomen. Tot op

het contact

die ure toe

moeten we

strijden: „Ik bid U. Vader, niet dat Gij ze uit de wereld

dat Gij ze bewaart in de wereld."

En

30.

maar

met het menin de

wereld

wegneemt, maar

noch de wedergeboorte noch de

bekeering vertoont zich voor ons menschelijk oog met zekere en onbedrieglijke

kenteekenen,

zoodat

wie zelf wedergeboren

is

en zich bekeerd heeft,

nooit met volstrekte zekerheid zeggen kan, wie met

hem

tot het

Lichaam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen