E voto Dordraceno - pagina 59
ZONDAG
HOOFDSTUK
III.
47
II.
Dat deze zonde aan een proefgebod uitbrak, bracht dit tot nog zuiverImmers Adam stond van het eerste oogenbHk zijner schepping af met God in verbond. Hij was maar niet in het paradijs geplaatst om lustwandelingen in den hof van Eden te gaan houden en zich te baden in idyllisch genot. Neen, bij zijn schepping zelve legde de Heere op Adam een band, en verbond Hij zich wederkeerig aan zijn schepsel. Dit was het der beslissing.
WerA'verbond; waarmee niet bedoeld gelijk dit
is
zekere vormelijke verbondssluiting,
onder menschen geschiedt; maar
't
welk aanduidt, dat de mensch
onder een rechtstreeksch verband en toch vrij tegenover zijn God stond, en deze positie aanvaardde. Vrij onder verband staan is nu wat wij
menschen een verbond noemen, en overmits er nu van genade" bij den nog onzondigen mensch uiteraard geen sprake kon vallen, zoo moet dit wel een „Werkverbond" genaamd; een verbond om uit eigen ter beschikking ontvangen kracht te werken, en als loon voor dit streven den prijs te verwerven van een leven dat eeuwig zou zijn. Wel terdege stond Adam dus onder een zedewet en was hem alle wet en recht des Heeren inge,,
prent, loopende naar geheel dezelfde lijnen, die straks op Sinaï getrokken werden in de tien geboden van de Wet. En ware er dus geen proefgebod bij gekomen, dan zou Adam vermoedelijk langen tijd kunnen geleefd hebben, zonder ooit in botsing te komen, zoodat toch het eigenlijke fijne puntje, waar het tusschen zijn God en hem op aankwam, nog altoos onuitgemaakt bleef. Dit voelt men toch immers wel, dat een kind zeer lang met zijn vader of moeder kan verkeeren, zonder dat het vooralsnog tot
een punt komt, dat zijn vader voor
hem
of
hij
voor zijn vader moet buigen.
Zoolang toch de bevelen van zijn ouders hem aanstaan, in zijn gevlei komen, en hem vrucht dragen, ontbrandt zulk een innerlijke strijd nog niet, en die strijd openbaart zich eerst dan, als er een bevel komt, dat hem in de nieren prikkelt. Ware het dus bij de zedewet gebleven, dan zou én om het loon des levens, én uit eigen aandrift, lang door Adam naar de wet kunnen geleefd zijn, en dat hij toch nog niet op het beslissende punt betoon van trouw aan zijn God had gedaan. En daarom nu komt er dit proefgebod. Hier stond geen loon op. Dit was niet ingeprent. Dit prikkelde wel om er tegen in te gaan. En zie, nu moet, nu eerst kan het uitkomen, of Adam voor God zwicht of wel verlangt, dat God zal zwichten voor Adam. En nu valt hij, en nu is daarom juist zijn val tevens principiëele afval
Doch
van en opstand tegen
souvereiniteit
des
Heeren.
Toen Adam viel en zijn hand tegen God iemand die ook u aanging, want die dat deed, was uw voorvader, en wel uw eerste voorvader. Toen
hierbij
blijft
het niet.
ophief, zegt de Catechismus, deed dat
man, die
de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
![E voto Dordraceno - pagina 59](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/e-voto-dordraceno/1892/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's