E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 362
Derde deel
364
wezen door lijk,
XXXII. HOOFDSTUK V.
ZOND.
merken op onze daden, maar doorschouwt ons
te
eerst inner-
en beoordeelt daarnaar de daden die van ons uitgaan. De Heere
aan wat voor oogen
is
(d.
i.
onze daden), maar Hij
ziet niet
ziet het harte aan, d.
i.
ons innerlijk wezen. De ware aanbidders zullen den Vader aanbidden in geest en waarheid.
^m
zoo roept David uit:
Zie,
Gij
het binnenste. Gelijk
nu
later blijken zal, is het
schen wel noodig, dat
we
uit
wezen
besluiten; iets
dan ook voor
men-
ons,
onze daden tot de ken nisse van ons innerlijk
wat de Catechismus noemt
van onze zaligheid verzekerd
hebt lust tot waarheid
maar
zijn;"
God
bij
„uit is
onze goede werken
omgekeerd.
dit juist
Hij kent ons hart en innerlijk bestaan door Goddelijke alwetendheid,
meet daarnaar de beteekenis en waardy van onze daden
Nu
heeft
ons wezen
ivoor tl en in de daad.
werken, dan
leidt
om
tweeërlei middel
zich te uiten,
Gaat nu de dankbaarheid jegens God
van den Catechismus
stijl
in
ons hart
De lofzegging
te blijven
is
en doorleeft. Of
om meer
in
en wat geheel op hetzelfde neer-
komt: Er zyn twee stukken der dankbaarheid, bestaande het ééne '
en
dus heide uitingen, waardoor ons innerlijk wezen
zijn
naar buiten openbaart, wat het inwendig
den
w. in het
t.
de uiting door het woord tot gebed en lofzegging,
daarentegen de uiting door de daad tot de goede werken.
en het goede werk
en
af.
waarneming van het Gebed en het andere
in de naleving
van
in de
het Gebod.
En wordt nu de vraag opgeworpen, welke van deze beide hooger
be-
teekenis heeft, en dus op den voorgrond staat, dan zegt de Catechismus,
dat de uiting door het woord,
Verontruste ^
maar
Heeren
nu niemand,
dit
eenigszins zal dit
d.
wel anders
blijken.
is.
wierd hiermee een slordig leven ook
als
In
vergoelijkt.
het Gebed, het voornaamste
i.
de Zondagsafdeeling
Maar
dit willen
over de
Wet
we, dat wie het voor-
recht smaakt, de Gereformeerde belijdenis te beamen, haar dan ook gelijk ze
is,
en ze niet vervalsche.
techismus staat:
men
intusschen
bij
„Van
die
twee
En dat is
het voornaamste het Gebed,'" en als
de twee licht in het Gebod.'' Immers stemt
tegenover de heillooze poging,
warren, en daarna de
om
men dit eenmaal men volkomen
toe,
dan
is
machteloos
godsdienst en zedelijkheid eerst te ver-
religie in de ethiek te laten
is
ondergaan.
in de Schrift nooit een on-
Eer er nog één eenige uitgaande daad des Goddelijken Wezens
t was, was het Woord uitgaan,
maar het voornaamste van
en staat
De verhouding tusschen woord en daad zekere.
neme
toch doet men, als in den Ca-
zich zei ven denkt: „Neen,
de pees onzer kracht doorgesneden,
des
en
bij
God en God.
En toen de daden Gods zouden om door hun in-
alzoo de schepping der creaturen aanving,
standhouding gevolgd
te
worden,
kwam
eerst
het scheppingswoorc? en
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's