De verflauwing der grenzen - pagina 35
Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit op 20 october 1892
zin van een Htj, van een Geest, of zelfs van Oorzaak te reppen. lts mystery overshadows me, but it remains a mystery" 134); dan roert zelfs die agnostieke eerbied mij dieper dan het opdreunen van den Kantiaanschen deun van
dichterlijken
in
een
God, Deugd en Onsterfelijkheid. Maar vergeet niet, het gaat hier om de helderheid van ons menschelijk bewustzijn; de klaarheid van ons denken .wordt beneveld. Reeds nu noemt
men
science^
mat
of
in
woog
Engeland, of
telde.
het
alleen
Bene
aflezen
docet
qziï
wat men
van
bene
distinguit
is
waaraan ons denken, om bondig te zijn, zich en hier wordt het een „Bene docet Voor dat amalgameerende qitï ^omnïa bene permiscet" 135). denken moest dan ook, gelijk ik straks reeds opmerkte, door Hegel een nieuw^e Logica worden uitgevonden 136). En natuurlijk bij die onhelderheid van denken wijkt vanzelf ook de beslistheid van overtuiging. In het kleed der bescheidenheid hult zich wat in den grond niets dan aarzeling en onzekerheid is, tot eindelijk de dorst naar weten in een „liebaugen" met het met-weten overslaat, en eerst Du Bois de regel van
niet
mag
Reymond
tucht,
onttrekken,
Ignorabimus
zijn
agnostisch
axioma uitroept
en
137),
138).
straks
Spencer
En zoo nu gaat
zijn
niet enkel
de Philosophie kwijnen, en krimpt de horizont van de wetenschap
almeer
in,
maar maakt ook
practisch in het leven het
scepticisme zich weer meester van ons menschelijk hart, trekt er
gestadig een
wordt ten alleen bij
Sport
al dichter
slotte die
hooge is
nevel over de helderheid van ons
vonk van
inzicht,
en
heilige geestdrift gebluscht, die
blauw azuur, in ons kan gloren. en ook mij heeft het gestreeld,
luchten, onder het
uitnemend, M. H.,
onlangs onze batters en bowlers, met roem overladen» Engeland wederkeerden, maar toch boven dat dwepen met sport zou het mij gaan, als ik in onze opkomende jongelingschap gloed voor de eere onzer historie, bezieling voor het vaderland, geestdrift voor een heilige overtuiging ontwaarde, voor wat lieflijk, rein is en schoon. Maar, helaas, ook hier weer treedt de verflauwing der grenzen u hinderend in den weg, niet het minst in de sfeer van het zedelijk leven. Zonde toen uit
wierd
reeds
een
te
sterk
woord;
heilig
is
door
„braaf", 3
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 104 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 104 Pagina's